Bezoek is voor onze bewoners een primaire levensbehoefte

Fiona (47) uit Zeist, eerst verantwoordelijk verzorgende (EVV’er) bij woonzorgcentrum Bovenwegen van zorgorganisatie Warande

Op slot

Ik had late dienst met een collega. We wisten wel wat de overheid die avond had besloten: verpleeghuizen en kleinschalige woonvormen sluiten. We voelden onze eigen onrust over dit besluit, maar we wilden dat de bewoners zo min mogelijk laten merken. Het gaat namelijk om hen: zij zijn de kwetsbaren over wie Rutte en De Jonge het hebben. Zij moeten door deze maatregel voor het Covid-19 virus beschermd worden.

Ons verstand begrijpt de gedachtegang en keuzes van de overheid, maar de impact die het heeft voor de mensen voor wie wij zorgen, voelen we met ons lijf en in ons hart. Bij het horen van het besluit schoot de adrenaline omhoog en ik keek naar mijn collega: ‘het is echt waar, we gaan op slot’. Meteen de volgende gedachte en reactie: de eerste familieleden en mantelzorgers gaan zo contact opnemen.

Nu het nog kan

Zo stonden we die avond verontruste, verdrietige, teleurgestelde en ook boze familieleden te woord. Ook kwamen er ’s avonds nog familieleden langs om hun dierbare nog even in de armen te nemen. Want niemand wist en weet hoe lang het zal duren voordat dit weer mag en kan. Sommigen haalden gauw de was op en brachten die ’s avonds nog schoon terug. Een echtgenoot van een bewoner was al bij zijn vrouw. Nog voordat Rutte en De Jonge hun besluit hadden gedeeld met ons allemaal. ‘Nu kan het nog’, moet hij hebben gedacht, ‘nu kan ik haar nog van dichtbij zien, horen, voelen en spreken’.

De nacht ingaan

We hebben die avond alle bewoners het nieuws verteld en er met hen over gepraat. Het is belangrijk dat zij zich kunnen uiten en kunnen vertellen hoe ze er tegenaan kijken. Hoe ze erover denken en met welke gevoelens zij de nacht ingaan. De nacht ingaan met zo’n boodschap. In de laatste periode van je leven. Onwerkelijk…

Verschillende reacties

Inmiddels zijn we zes weken verder. Het is duidelijk dat bezoek voor onze bewoners een primaire levensbehoefte is. Zij kijken uit naar de komst van zoon of dochter. Naar die bezoekjes leven mensen toe. Elke dag weer. We zien verschillende reacties bij de mensen. Waar de één zegt dat we er positief mee om moeten gaan en er doorheen moeten, zien we de andere bewoner in zichzelf keren. De verveling slaat toe. Sommigen staren uren door het raam en zeggen dat het op deze manier voor hen niet hoeft. Een andere bewoner geeft aan dat het erg moeilijk is, maar dat hier een eind aan komt. Dat we de tijd zo goed mogelijk moeten doorbrengen. Hoe fysiek beperkt deze bewoner ook is, met haar positiviteit helpt ze ons stiekem ook een beetje. In de hoop dat bezoek snel weer mogelijk is.