Het is hier heel invoelbaar wat er gebeurt als de IC-bedden vol liggen

Vanessa (22) uit Amsterdam, eerstejaars masterstudent geneeskunde, loopt haar coschappen, woont bij haar ouders

Denderende start

Mijn coschappen in het OLVG ziekenhuis begonnen in oktober 2020 met een denderende start: in mijn eerste week bleek ik zélf corona te hebben. Bij mij in de familie werkt iedereen in de zorg. Mijn moeder komt uit de Oekraïne, mijn vader uit Afghanistan, ze werken allebei als verpleegkundige in een polikliniek. We zijn allemaal tegelijk ziek geworden. We vermoeden dat mijn moeder als eerste besmet is geraakt en daarna meteen het hele huis natuurlijk. Gelukkig hebben we alleen milde klachten gehad en niemand heeft er iets aan overgehouden. We hebben veel geluk gehad, je ziet in het ziekenhuis ook hoe het anders had kunnen lopen.

Extra voorzichtig

Omdat we allemaal in de zorg werken, zijn we extra voorzichtig. We voelen allemaal wel een soort verantwoordelijkheid denk ik, omdat we werken met kwetsbare groepen. Als jij degene bent die een afdeling besmet… dat wil je natuurlijk niet op je bord hebben. Mijn klachten waren nog heel vaag, niet de typische symptomen, maar toch vertrouwde ik het niet. Op basis van het ziekenhuisprotocol had ik aan het werk kunnen gaan, maar in overleg met mijn begeleider heb ik toch besloten om niet te gaan. Achteraf ben ik daar zo blij mee. Ik werkte op de afdeling cardiologie, met al die hartpatiënten… je moet er toch niet aan denken. Dit geeft wel aan hoe sluimerend dat virus kan zijn en hoe risicovol het is.

Coronamarsman

Na een week lijdzaam toezien hoe de andere coassistenten al ingewerkt werden, mocht ik eindelijk zelf aan de slag. Met mijn opgebouwde immuniteit, kon ik beginnen op de corona-afdeling. Zoals op andere afdelingen, werd er eerst visite gelopen. Voor de deur van elke zaal moest je handschoenen, een isolatiejas, mondkapje, bril en hoofdkapje aandoen. Hierna betrad je de zaal als coronamarsman. Eenmaal bij de patiënt vroeg je de klachten uit en onderzocht je vooral longen, hart, buik en benen. Tot slot ontdeed je jezelf weer tactisch van het pak, waarna je jezelf overspoelde met handalcohol. Het middagprogramma was gevuld met administratie: statussen schrijven, meedenken over het beleid en de AIOS (arts in opleiding tot specialist) overlegde met de stafarts. Los van de omkleedperikelen, was dit de algemene gang van zaken op elke (verpleeg)afdeling.

Taalbarrière

Ik heb veel affiniteit met ouderen, en in het OLVG was dit ook de groep die het meest op de corona-afdeling lag. Deze patiënten waren écht ziek, écht benauwd en hadden een heel ander beloop van dezelfde ziekte, dan waar ikzelf en mijn ouders last van hadden. Er was ook vaak sprake van een taalbarrière, dat was wel schrijnend, het maakte het lastiger om goede zorg te leveren. Het was een gesloten afdeling dus er konden niet zomaar tolken in- en uitlopen en we konden hen ook niet altijd telefonisch bereiken. Dit betekende dus veel improviseren, met handen en voeten communiceren en proberen om familie telefonisch te laten vertalen of iemand van de afdeling. Zo deed mijn AIOS haar best om te communiceren met een oudere dame van Marokkaanse afkomst. Helaas lukte dit niet goed. De dame waardeerde de moeite en de troostvolle communicatie bleef bij samen handjes vasthouden, wachtend op een tolk.

Nuttig inkijkje

Het is een hectische en bijzondere tijd om nu coassistent te zijn. Ik denk dat het erg nuttig is voor een coassistent om een inkijkje te krijgen op een corona-afdeling, al is het maar voor een paar dagen. Daarbij is het essentieel om met elke zorgverlener, ook met de coassistent, te bespreken wat overwegingen en zorgen zijn bij het werken op een COVID-afdeling.

Uitgestelde ziekte en leed

Ik loop nu een coschap chirurgie op de Spoedeisende Hulp (SEH) in het VUmc en het is hier heel invoelbaar wat er gebeurt als de IC-bedden vol liggen. Veel operaties worden keer op keer uitgesteld en als gevolg daarvan lopen veel mensen lang met ziekte en leed rond. Het uitstel gaat niet alleen om routine-ingrepen, maar ook om heel ingrijpende operaties waarvoor we een IC-bed achter de hand moeten hebben. Is dat bed er niet, dan kun je niet veilig opereren. Deze mensen weten niet waar ze aan toe zijn, ze tasten in het duister, en als ze weer gebeld worden dat de operatie moet worden uitgesteld dan lopen de emoties hoog op. Ik kan er soms wel van schrikken.

Verlichting brengen

Hier in het VUmc komen de coassistenten niet in contact met corona-patiënten, alleen als er iemand op de SEH binnenkomt met verdenking van COVID. Dan kijken we op een afstandje mee, in isolatiekleding. We mogen meelopen en meedenken, maar niet bij de patiënten komen. Veel studenten die coschappen lopen, worden nu ook ingezet als extra hulp. Mensen wassen, helpen met eten en naar het toilet gaan. Ondanks dat we nog geen arts-diploma hebben, kunnen we als studenten in deze tijd zo heel goed ondersteuning bieden en verlichting brengen. Zodat de zorg een beetje kan doorstromen.