Ana (38) uit Den Haag, verzorgende bij Respectzorg
Doorzetter
De eerste twee weken waren een hectische tijd. Alles was nieuw, dus we moesten ontzettend wennen en aanpassen. Dat leverde zware momenten op. Nu we wat verder zijn, denk ik vaker: ‘Nog eventjes en dan is het beter voor iedereen.’ Ik probeer positief te blijven: het moet goed komen. Ik ben er ook sterker van geworden, sterker dan in het begin. Hoe je naar deze crisis kijkt is een afspiegeling van hoe je persoonlijk vecht met alles in je leven. Ik ben een doorzetter, dus ook nu geef ik niet op.
Sterk blijven voor bewoners
Zeker op de afdeling waar ik werk, is het belangrijk om rustig te blijven. Ik werk met ouderen met dementie. In de omgang met hen zijn emoties heel belangrijk. Zij voelen het meteen aan als je onrustig bent en kunnen dat gevoel snel overnemen. Ik moet dus niet alleen positief blijven voor mezelf, maar ook voor de mensen waar ik zorg voor draag. Ik ben hun steunpilaar en wil hun kracht geven. Voor hen blijf ik sterk.
Alles in de woonkamer
We hebben op de afdeling een nieuwe bewoonster die erg onrustig is. We zitten in het proces van observeren en uitproberen om te kijken wat haar zou kunnen helpen, maar niets lijkt tot nu toe te werken. De technieken zijn beperkt, want alles moet op de afdeling. Normaal kun je zo iemand veel meer mogelijkheden bieden om de onrust kwijt te raken: fietsen, wandelen, buiten zitten. Nu moet alles in de woonkamer met twaalf andere bewoners erbij, dat werkt niet altijd. Bovendien kunnen bewoners door hun ziekte extreem gedrag vertonen, zoals agressief zijn en vloeken. Normaal is het fijn om iemand dan even mee naar buiten te nemen om zo collega’s wat rust te geven. Ook dat gaat nu niet meer. We missen de vrijheid die we hadden, voor onszelf en voor de bewoner.
Meer tijd en ruimte
Toch brengen de maatregelen ook rust op de afdeling doordat veel overleggen en visites zijn weggevallen. Er is nu meer tijd en ruimte voor een-op-een aandacht en ik leer mijn bewoners beter kennen. Die momenten zijn heel waardevol voor mij en voor mijn werk. Mensen met dementie kunnen soms niet meer helder communiceren. Je moet ze leren begrijpen. Uitingen van agressie kunnen bijvoorbeeld een signaal zijn voor iets anders wat speelt, zoals pijn. Die signalen kun je beter oppikken als je iemand goed kent en daar is nu meer tijd voor.
Contact met familie
Ik vind het ontzettend moeilijk om familie te moeten vertellen dat ze niet mogen komen. Wie ben ik om dat te bepalen? Ik moet nee zeggen, terwijl ik iedereen zo veel contact gun met hun familie. Het is ook ons werk om die momenten te verzorgen en te koesteren. Dat is moeilijk. We proberen voor familie daarom zo veel mogelijk manieren aan te bieden om contact met hun dierbaren te onderhouden. Ze kunnen Skypen en bellen en we sturen bijna dagelijks foto’s van activiteiten en het dagelijks leven hier in huis, via WhatsApp en e-mail. Als je niet meer naar je moeder toe kunt, dan werkt het geruststellend om te zien dat iemand met haar bezig is en dat ze het naar haar zin heeft.
Zoveel liefde
Familie is zó belangrijk en ze hebben het ook moeilijk met de situatie zoals die nu is. Door de maatregelen realiseer ik me dat contact tussen familie en bewoner op verschillende manieren kan, het hoeft niet altijd ‘op bezoek komen’ te betekenen. Ook na deze periode moeten wij het contact tussen bewoner en familie koesteren en meer mogelijkheden bieden om familie bij het leven in het verpleeghuis te betrekken. We kunnen ze goed gebruiken, niet alleen omdat we handjes tekort komen, maar ook omdat daar zoveel liefde zit. Zij kennen hun dierbare in het verpleeghuis het best en kunnen ons helpen om hem of haar beter te leren kennen. Verhalen van familie zijn zo belangrijk.