De avondklok: Iedere avond was het hier bonje

Cees (74) uit Den Haag, getrouwd, vrijwilliger

Coronagevechten

Ik ben voorzitter van het wijkberaad Laak Centraal. Wat er, helaas ook in Laak, aan de gang was met de rellen rondom de avondklok vinden we verschrikkelijk. We keken onze ogen uit. Iedere avond was het bonje. Als wijkberaad kunnen we niets doen. Er zijn inmiddels met name in de Linnaeusstraat veel brandjes geweest. Het ene moment werd er opgeroepen naar het Jonkbloedplein te komen en het vervolgende moment verhuisde het naar de Hobbemastraat. Het verandert allemaal zo snel.

Vergaderen

Het wijkberaad komt nu fysiek niet meer bij elkaar, daarom vergaderen we online. Duurde een vergadering eerst altijd twee uur, nu is het een stuk korter. Het is veel makkelijker de mensen in het gareel te houden. Bij een fysieke ontmoeting kakelen mensen toch snel door elkaar heen en nu moeten ze hun hand opsteken voordat ze iets kunnen zeggen.

Onderzoeken

Ik doe overal aan mee, ook aan het onderzoek van de GGD en het RIVM naar corona antistoffen. Gedurende een periode van anderhalf jaar nemen ze regelmatig bloed af en vul ik een online vragenlijst in. Het eerste halfjaar is voorbij. Helaas kunnen ze niet zien of ik corona heb gehad. Dat vind ik jammer. Een tijdje geleden was ik in de buurt van zo’n testbus. Ik heb me laten testen. Niet dat ik verkouden was ofzo, maar heb gewoon gevraagd of ze me wilden testen en dat wilden ze. Het was toch niet druk. Een dag later kreeg ik de uitslag en die was zoals verwacht: negatief. Heb ik het nu toch meegemaakt.

Zoon gevaccineerd

Mijn zoon is verstandelijk gehandicapt en woont in een woongroep. Hij is inmiddels gevaccineerd. Dat doe je niet alleen voor je zoon, maar ook voor zijn begeleiding en bovendien wil ik ook graag weer bij hem op bezoek komen. Ik ben nu al zo lang niet geweest. Voor zijn verjaardag hebben we geld bij elkaar gelegd en een DJ laten komen. Dat was een groot succes.

Ouderen

Naar de ouderen wordt niet omgekeken, want wij blijven toch wel binnen voor onze eigen gezondheid. Maar die jongeren, die moeten alles zo nodig. Die moeten op vakantie, anders hebben ze een burn-out. Nou dat woord bestond vroeger niet. Als ik een keer niet lekker was vroeg mijn vader: ‘Ben je halfdood? Nee? Dan ga je gewoon naar je werk.’ Het lijkt nu soms wel alsof de jeugd van tegenwoordig niets meer kan hebben. Er wordt alleen maar gepraat: denk om de jongeren, denk om dit en om dat.

Mijn man en ik

Ik heb een partner met wie ik me gelukkig prijs. Net als met ons eigen huis en tuin. Toch vind ik deze situatie voor ons ook erg. Je bent niet gewend een stukje vrijheid kwijt te zijn. Voorheen had ik altijd wat buiten de deur te doen: wijkberaad, toneel en zang. Nu zijn we meer thuis. Eens per week doe ik de boodschappen, haal de post bij het wijkberaad en kijk dan meteen even wat ik bij anderen in de brievenbus kan douwen. Verder speel ik spelletjes op mijn tablet en we kijken veel naar CNN. Mijn man komt uit Amerika en is voor mij naar Nederland verhuisd. Hij heeft hier buiten mij om helemaal niemand. 

De dood

De dood is nu wel een onderwerp die vaker aan de orde komt. En ook ‘wat doet mijn man als ik doodga? Blijft hij hier of gaat hij terug naar Amerika?’ Het zijn vragen die ons in deze tijd regelmatig bezighouden. Maar voorlopig focussen we ons op ons 15-jarig huwelijk in april. We kunnen waarschijnlijk niets organiseren, maar misschien ook wel.