Ik ben heel wat pondjes aangekomen, God mag weten waar

Sakura (84) uit Tokyo (Japan), gepensioneerd, woont alleen in een appartementencomplex

Op één been staan

Ik deed met een clubje aan krachttraining. Je kon niet zomaar meedoen, je moest ervoor worden uitgenodigd. In mijn geval had een vriend van me, een hoogleraar, me gevraagd. Ik volg de les al zo’n 15 jaar, elke zaterdag, en het werkt echt. Ik kan nu sit-ups doen en op één been staan. In het begin voelde die klas een beetje vreemd aan. Als we aan lichaamsbeweging denken, dan stellen we ons er vaak iets leuks bij voor, met mensen die bewegen op het ritme van de muziek. Dit programma is heel anders, zonder muziek. Maar het werkt wel. Ik heb spierkracht opgebouwd en ik kan nu sneller lopen.

Het tempo van de trainer

Als ik me niet bij die beweeggroep had aangesloten, dan had ik me waarschijnlijk nooit gerealiseerd hoe moeilijk het is om langzaam te lopen. Tot mijn verbazing verloor ik mijn evenwicht door gewoon langzaam te lopen, toen we een oefening deden waarbij mijn voeten in een net zaten. Als ik in mijn eigen tempo loop, had het zeker goed gegaan. Maar als een trainer het tempo bepaalt, wordt het ineens een stuk moeilijker, vooral voor oudere mensen. Voordat ik hieraan meedeed viel ik weleens, en mijn benen werkten niet zo best. Dus ik ben blij dat ik me bij deze groep heb aangesloten.

Bekkenbodemspieren trainen

Mijn krachttrainingsklasje is nu helaas gesloten. We deden ook een training waarbij je je spieren moest aanspannen door een opgerolde handdoek tussen je knieën te doen en dan krachtig dicht te knijpen. Zo kun je de binnenkant van je dijen sterker maken. Als je ouder wordt, moet je nu eenmaal vaker naar het toilet. Maar je kunt incontinentie voorkomen door je bekkenbodemspieren te trainen, of je nu een man bent of een vrouw. De instructeur gaf me veel van dat soort informatie. Dus ik kon thuis oefeningen doen die ik in de klas had geleerd.

Sojamelk als anker

Ik hou van winkelen. Het motiveert me ook om te lopen. Dus ik loop naar winkels die wat verder van mijn huis liggen, zelfs als hun prijzen 10 yen (8 eurocent) lager zijn. Toen ik jonger was, had ik dat nooit gedaan omdat ik er geen tijd voor had. Ik koop vaak sojamelk, op de verpakking staat: ‘Voor mensen die letten op hun cholesterol’. Het kost in de meeste winkels zo’n 200 yen (1,60 euro) maar bij een van de supermarkten vlakbij het station kun je het goedkoper krijgen. Ik ga daarheen, dat is een kwartier lopen. Ik heb het ook aan mijn buren verteld, die waren blij het te horen en gaan nu ook naar die winkel. Die pakken sojamelk zijn behoorlijk zwaar. Omdat ik niet zo stevig op mijn benen sta, helpt dat gewicht me om mijn evenwicht te bewaren. Ik draag de tas over mijn schouder, het werkt als een soort anker als ik loop. Een van mijn buren zei: “Waarom laat je het niet bij je thuis bezorgen?” Maar dat zou me ongeveer 400 yen kosten, dat is best duur. Ik ben gewoon gierig en vastbesloten om geld te besparen.

Altijd een mondkapje

Iedereen maakt zich nu druk over mondkapjes. Ik hou het mijne altijd op. Ik ben een heel volgzaam persoon. Ik doe wat mensen me opdragen, misschien ook wel omdat ik zo lang in het bedrijfsleven heb gewerkt. Ik neem ook voorzorgsmaatregelen om de ‘3C’s’ te vermijden: closed spaces (afgesloten ruimtes), crowded places (drukke plekken) en close-contact settings (te dicht op elkaar staan). En ik draag elke dag een nieuw mondkapje en zet er een extra stukje gaas in. Goed, soms draag ik een stoffen kapje en die was ik dan. Maar ik draag hem altijd. Dat deed ik al toen mensen er nog niet zo mee bezig waren.

Structuur in de dag

Ik probeer ook nu nog steeds naar de winkels te gaan en te blijven lopen. Meestal maak ik ’s ochtends een wandeling. Daarna lunch ik, doe ik een dutje en ga ik ’s middags boodschappen doen. Waarom deze routine? Omdat ik een tijdschema nodig heb om structuur te behouden. Anders zou ik de hele dag luieren. Zo zit ik in elkaar. Maar soms moet ik mijn schema omgooien, bijvoorbeeld als ik naar het ziekenhuis moet. Het tijdschema werkt dus niet altijd, maar ik doe mijn best om me eraan te houden.

Naast het ziekenhuis

Ik woon naast een ziekenhuis dat COVID 19-patiënten opvangt. Op tv zie ik soms beelden van de achterdeur van het ziekenhuis, als weer een coronapatiënt wordt afgeleverd. Het ziekenhuis heeft twee gebouwen en ze lijken het oudere gebouw te gebruiken voor de coronapatiënten. Toen ik laatst in het ziekenhuis was en op mijn medicijnen wachtte, zag ik een bord bij de receptie waarop stond dat we ons geen zorgen hoefden te maken omdat de coronapatiënten in het andere gebouw zaten en daar zorg kregen van gespecialiseerde artsen. Ook de desinfectie pakken ze grondig aan. Dus ik denk niet dat het virus daar in de lucht hangt.

Medelijden met de dokters

Voor de corona-uitbraak ging ik een keer per maand naar het ziekenhuis. Nu ga ik er elke drie maanden heen, waarbij ik vooraf een afspraak moet plannen want er zijn teveel patiënten. De dokters moeten onderhand uitgeput zijn met al die patiënten. Volgens mij hebben ze niet eens tijd om te lunchen. Ik probeer altijd een afspraak voor het tijdslot van 9.00 uur. Maar tegen de tijd dat ik klaar ben bij de dokter en het wachten op mijn medicijnen, is het al rond 13.00 uur. Er komen ook spoedgevallen tussendoor zonder afspraak. Dus ik heb echt medelijden met die dokters.

Koetjes en kalfjes

Een vriendin van mij, die ongeveer van mijn leeftijd is, is ook slecht ter been. We gingen weleens samen naar de stad, dan droeg ik haar spullen, en genoten we samen van lunchen, film kijken en kletsen. Maar dat doen we niet meer, omdat ze zegt dat ze niet goed kan lopen. Ze heeft nu zo’n winkelkarretje voor senioren, die neemt ze overal mee naar toe en ze gebruikt het als een wandelstok. Een andere vriendin van mij die alleen woont, kreeg dementie. Ze is twee jaar jonger dan ik en heeft tot de pensioengerechtigde leeftijd doorgewerkt. Ik begon al te merken dat er iets mis met haar was, en toen ze vertelde me aan de telefoon dat ze dementie had. Zelfs over koetjes en kalfjes praten is heel belangrijk om te voorkomen dat je dement wordt.

Krantenknipsels bewaren

Nu ik zoveel thuis ben, ben ik begonnen met het opruimen van mijn appartement  en het uitzoeken van oude spullen. Als ik iets interessants tegenkom in een krant of brochure, dan knip ik het altijd uit en bewaar het. Al die stukjes papier stapelen zich op, want ik gooi nooit iets weg. Ik ben niet trots op deze gewoonte. Ik bewaar die knipsels omdat ik denk dat ze nog van pas kunnen komen, maar heb geen tijd om alles te lezen. Ik schaam me een beetje om je dit te vertellen, maar de kartonnen dozen staan opgestapeld in mijn appartement. Toen ik dit aan een vriendin vertelde, zei ze: “Je blijft aan de gang, waarom gooi je de hele boel niet gewoon weg?” Maar ik ben bang dat ik daar spijt van krijg… Dus ik ben alles aan het lezen terwijl ik probeer op te ruimen, en dat duurt een eeuwigheid. Mijn bureau is een puinhoop.

De tijd vliegt

Als ik de krant lees, dan lees ik hem graag helemaal, van begin tot eind. Dit duurt natuurlijk hartstikke lang. Als ik in de ochtendkrant een interessante kop zie, dan begin ik die te lezen, en voor ik het weet is er een uur verstreken. Ik maak me een beetje zorgen over hoe de tijd vliegt, want ik heb nog zoveel andere dingen die ik leuk vind. Zolang ik gezond ben, wil ik nog zoveel mogelijk doen.

Mondharmonica

Ik speel al heel lang mondharmonica. Maar sinds ik het syndroom van Sjögren heb, kan mijn lichaam niet zoveel speeksel aanmaken als zou moeten. Het is moeilijk om mondharmonica te spelen met een droge mond. Ik loop ervoor bij de dokter en ik gebruik nog steeds Chinese geneeskrachtige kruiden om dit probleem op te lossen. Het werkt echt. Ik neem dat medicijn elke keer voor elke mondharmonicales, zodat ik net zo goed kan spelen als de anderen.

Niks om aan te trekken

Ik ben heel wat pondjes aangekomen, vijf kilo… God mag weten waar. Ik krijg mijn jurken en broeken niet meer dichtgeknoopt. In mijn tijd hadden we geen broeken met elastieken, maar met een haakje. Dus hoe hard ik ook mijn best doe, ik krijg mijn broek gewoon niet vastgehaakt. Ik heb een elastische broek om in te sporten, die draag ik nu de hele tijd. Omdat ik al een tijdje geen nieuwe kleren heb gekocht, heb ik niks om aan te trekken. Al mijn kleren zijn te oud of zitten te krap. Toen ik jong was, droegen we alleen een broek tijdens het sporten. Ik heb ook veel kostuums van toen ik op kantoor werkte. Maar die zijn nu uit de mode, ik zou me schamen om iets te dragen dat verouderd is. Ik zou iets nieuws moeten kopen, maar ik kan niet gaan winkelen, dus voorlopig draag ik deze oude kleren.

Mijn eigen kleren maken

Ik heb niks om aan te trekken, maar ik heb thuis wel veel stof liggen. Ik volgde naailessen toen ik jong was, ik maakte toen al mijn kleren zelf. Al mijn vrienden dragen stijlvolle nieuwe kleding terwijl ik rondloop in oude kleren die niet eens goed passen. Als ik aan het naaien ben, kan ik me goed concentreren. Ik denk gewoon aan niets anders dan het beeld van het eindresultaat, en dan blijven mijn handen maar gaan, misschien omdat ik het zo graag doe. Dus ik denk dat ik weer ga naaien. Misschien pak ik de draad weer op van wat ik vroeger heb geleerd, terwijl ik terugdenk aan de goede oude tijd.

Sakura’s verhaal is ingezonden door International Longevity Center (ILC) Japan国際長寿センター, lid van de ILC Global Alliance, een internationale federatie die onderzoek doet naar en zich sterk maakt voor de vitaliteit, maatschappelijke en economische positie van ouderen. ILC wordt in Nederland vertegenwoordigd door Leyden Academy.

To read Sakura’s story in English, please click here