Pas als deze hele rare periode voorbij is, komen we echt aan verwerking toe

Ada (64) uit Kloetinge, haar vader (92) is in het verpleeghuis overleden aan corona

Onrust

‘Vader was een nuchter iemand, hij was heel gevat en had een groot taalgevoel. Hij wilde alles altijd zelf regelen. Door gebeurtenissen in zijn leven was hij zijn geloof kwijtgeraakt. Door dementie kwam hij te wonen op een verpleegafdeling van Zorggroep Ter Weel. Nog steeds hadden we contact en gesprekken, maar hij was het ook zo weer kwijt. We deden kruiswoordpuzzels, waarbij ik woorden noteerde die hij had bedacht. Hij verbeterde ook het verplegend personeel als ze taalfouten maakten’, vertelt Ada. Elke dag kwam er wel iemand langs, Ada met haar man of Ada’s broer. Maar hoe vaak en wanneer ze op bezoek kwamen, had hij niet meer door. Hij miste zijn vrouw, die tweeënhalf jaar geleden was overleden en moest er telkens aan herinnerd worden dat sommige geliefden er niet meer zijn. Ada: ‘Om vier uur ’s middags werd hij onrustig, dan moest hij toch naar huis naar zijn vrouw en kinderen.’ Liefdevol vertelde het personeel dat hij vandaag mocht blijven eten. En voor het slapen gaan was er weer diezelfde onrust.

Zachte kant

Maar zijn ziekte bracht niet alleen negatieve dingen. ‘Door de dementie heb ik de zachte kant van vader leren kennen’, legt Ada uit. ‘Hij leerde om dingen uit handen te geven, zodat ik zijn financiële zaken kon regelen.’ Het geloof uit zijn jeugd kwam terug. Hij kreeg goed contact met Desirée, die ook de huiskamerdiensten op de afdeling verzorgde. Hij sprak van zijn verlangen om ‘naar boven’ te gaan en vroeg zich af waarom dat toch zolang duurde. ‘Ik denk dat ze het erg druk hebben daarboven, gaf ik dan als antwoord’, zegt Ada, ‘waarop vader berustend zei: ‘Ja, dat zal ook wel’.’

Ontsnapt

‘Door de wereldwijde corona-uitbraak mochten we al niet meer op bezoek komen. We hadden nog nauwelijks iets gehoord over corona en nog niemand was getest. Vader was lichamelijk nog altijd goed gezond, maar in die week kreeg hij toch klachten van hoesten en koorts. Als eerste bewoner van de afdeling werd hij positief getest op corona. Onmiddellijk ging de deur op slot en moesten de zorgmedewerkers beschermende kleding dragen. Vader mocht zijn kamer niet meer uit, hij zat letterlijk opgesloten’, vertelt Ada. Toch is het hem nog een keer gelukt om te ontsnappen door met een vork het slot open te maken. De verpleging heeft hem snel weer naar zijn kamer teruggebracht en hem uitgelegd wat er aan de hand was. Ada: ‘Dat begreep hij dan weer goed: ‘Dus ik zit in een soort quarantaine?’ zei hij dan’. Maar even later was hij dat ook alweer vergeten. De eerste week knapte hij nog redelijk op, maar daarna ging het steeds slechter.

Vooral beeldbellen

‘Ik ben nog één keer op bezoek geweest met beschermende kleding, om afscheid te nemen. Het was natuurlijk vervelend dat vader op zijn kamer opgesloten zat, maar zelf had hij daar toch niet zo’n erg in.’ Hij bleef heel rustig en opgewekt. En toen meer bewoners corona kregen, mocht hij weer van zijn kamer en vrij bewegen over de afdeling. ‘Zelf had ik het benauwd in het pak en dan hoefde ik nog niets te doen. Ik heb echt diep respect voor de mensen van de zorg die de hele dag hierin moesten werken, ik kon na een uurtje weer naar huis gaan’, benadrukt Ada. Behalve de beschermende kleding waren er nog meer lastige zaken voor bezoekers. Zij konden niet even tussendoor naar het toilet, of iets eten of drinken. ‘En ik moest er ook rekening mee houden dat als ik besmet zou raken, ik wellicht niet aanwezig kon zijn bij de uitvaart. Ik mocht altijd komen mits ik de beschermende kleding aandeed’, legt Ada uit. Maar Ada koos ervoor om dit niet te vaak te doen. ‘Dat was ook het moeilijkste. Ik heb dit met mijn verstand gedaan, ook omdat dit in het begin van de coronatijd was. We hadden wel dagelijks telefonisch contact met de afdeling, de verzorging en de artsen. Er werd heel goed naar ons geluisterd. Hij kreeg zuurstof en morfine, zodat hij geen pijn hoefde te lijden en niet onrustig werd.’ Vaak genoeg belde een verzorgende van de afdeling naar Ada om te beeldbellen met haar vader. Hij was dan heel rustig en reageerde nog alert. ‘Hoe vind je het nou dat we elkaar op deze manier kunnen zien en spreken?’, vroeg ik dan. Hij antwoordde dan op zijn typische manier met: ‘De wonderen zijn de wereld nog niet uit!’’

Uitvaart

‘Na het overlijden van vader kregen we heel veel reacties van medeleven, maar allemaal op afstand. Veel mensen hebben gebeld, een kaart gestuurd of stonden aan de deur met een boeket. Al meteen hebben we besloten om het in kleine kring te doen met alleen de kinderen, er zijn geen kleinkinderen. Verder hebben we niemand uitgenodigd, want wie moet je dan wel en niet vragen? En wat als de mensen niet willen komen?’ Gelukkig was de uitvaartverzorger goed bekend met de familie vanwege de uitvaart van moeder. In de samenkomst hebben Ada en haar broer gesproken. Ook Desirée Krijger was erbij. Ada vertelt: ‘Ook zij heeft gesproken. Dat was fijn, want zij had echt een klik met mijn vader. We hadden veel foto’s en de uitvaartdienst was voor neven, nichten en vrienden te volgen op de livestream. Toen moesten we hem achterlaten in de zaal. Maar dat was ook weer goed zo, dat zou hijzelf ook zo hebben gewild’, knikt Ada.

Troostende schouderklop

‘Corona zit nog steeds in mijn hoofd. Pas als deze hele rare periode voorbij is, komen we echt aan verwerking toe. Het is ook heel goed dat Ter Weel Magazine hierover een special heeft uitgegeven. Zoveel meeleven van de mensen, maar allemaal op afstand. Wat verlang je dan naar een troostende schouderklop of omhelzing. Had er eerder getest moeten worden, wie heeft hem besmet? Misschien ben ik het zelf wel geweest, je weet het niet. Ik kan alleen maar veel waardering uitspreken voor de uitstekende verzorging van ‘de meiden’ die met liefde en respect adequaat gehandeld hebben. Zij stonden soms ook met tranen in hun ogen, maar ze moesten wel weer door en van steeds meer bewoners afscheid nemen’, blikt Ada terug. Vanwege het coronavirus mocht vader nu toch ‘naar boven’, waarnaar hij zo verlangde. ‘Het is goed zo, je moet er toch niet aan denken dat hij nog jaren door had moeten gaan. Hoewel hij lichamelijk altijd zo sterk was, is hij eraan overleden, terwijl andere cliënten ervan zijn genezen. Het heeft zo moeten zijn,’ zegt Ada. Natuurlijk mist ze haar vader, die de hoge leeftijd van 92 jaar heeft bereikt. ‘Zo rustig als hij erbij lag, is hij heengegaan met een lach om zijn mond. Als dit allemaal voorbij is, kom ik nog eens afscheid nemen op de afdeling’, besluit Ada.

Interview door Andries van der Kaaden, met dank aan Zorggroep Ter Weel in Zeeland.