De zorg vraagt niet alleen naar haar, maar ook hoe het met mij gaat

Wim (82) uit Scheveningen, woont zelfstandig, is mantelzorger van zijn echtgenote in een verpleeghuis

Je eigen inpassen

Als je met mensen praat, is het heel verschillend. De een is serieus en vindt dat we moeten luisteren. ‘We willen allemaal verder, laten we ons best doen met z’n allen.’ De ander zegt: ‘Allemaal quatsch. Verkouden ben ik elke maand.’ Nou, als je er zo in staat, dan moet je maar niet meer tegen mij praten, want dan heb ik er geen zin meer in. Het gevaar bestaat natuurlijk dat je besmet raakt. Daar ben ik als de dood voor, want dan mag ik ook niet meer bij mijn vrouw in het huis komen.

Een traantje gelaten

De opname van mijn vrouw is heel triest verlopen. Ik heb daar wel een traantje om gelaten, dat mag je best weten. Ik zorgde thuis zelf voor haar, maar door een val begin dit jaar kon dat niet langer doorgaan. Ik brak mijn heup, moest een operatie en daarna revalideren. In die tijd is zij hierheen gegaan. Een hele tijd kon ik niet op bezoek omdat ik zelf ook nog moest herstellen.

Uitgezwaaid

Tegen maart ging ik steeds beter lopen. Ik werd ontslagen uit het revalidatiecentrum precies toen corona uitbrak. Dan kom je thuis in een leeg huis, dat was wel even slikken. En dan mocht ik ook nog eens niet bij mijn vrouw op bezoek vanwege het bezoekverbod in de verpleeghuizen. Dat heb ik best heel moeilijk gevonden. Ik miste haar ontzettend. Dan stond ik daar beneden te zwaaien en zij stond boven terug te zwaaien. Dan zag je elkaar wel, maar je had niet echt contact. Na tien minuten ben je ook wel weer uitgezwaaid.

Elke dag op bezoek

Nu kan ik gelukkig weer echt op bezoek. Mijn kinderen zeggen dat ik te veel ga. Ik ga elke dag. Ik ken haar vanaf zestien jaar, wat moet ik dan? ’s Ochtends heb ik mijn planning: ik doe het huishouden, ik verzorg mijn beestjes, doe m’n was en m’n strijk. Rond half een stap ik in de auto en dan blijf ik bij haar tot half vijf. Al heeft ze niet altijd even veel moed, maar dan ben je in ieder geval bij elkaar en kun je ook proberen om bij elkaar te blijven. Ik hoop dat er niet opnieuw zo’n ruimte tussen ons gaat komen door een bezoekverbod. Ik ben bang dat mijn vrouw dan afgestompt raakt.

Troost aan een paar woorden

Zoals ik door de zorg in het verpleeghuis van mijn vrouw wordt opgevangen, is ideaal. Ze zijn allemaal even vriendelijk voor me. Ze vragen niet alleen naar haar, maar ook hoe het met mij gaat. Het zijn soms maar een paar woorden, maar daar heb ik zo veel troost aan. Daarom neem ik ook vaak wat lekkers voor ze mee. Voor Sinterklaas heb ik voor alle bewoners en alle zorgmedewerkers een pakketje met strooigoed gemaakt. En afgelopen zondag heb ik ruim een uur met mijn vrouw en een zorgmedewerker op de kamer zitten kletsen. Ze wilden meer over haar weten en een soort collage van haar maken voor op haar kamer. Ik voel me daar best een beetje thuis, dat heb ik ook tegen ze gezegd.

Af en toe een dip

De decembermaand was altijd een vrolijke maand. Sinterklaas, kerstmis, oud en nieuw. Ik ben ook nog jarig tussen kerst en oud en nieuw en mijn vrouw drie weken later. Dat was dus altijd een maandje met veel feestelijkheid. Dat ligt nu stil. Mijn kinderen zeggen wel eens dat het zielig voor me is. Maar hoe meer je het zielig gaat vinden, des te zieliger het wordt. Je praat jezelf in de put en dat wil ik absoluut niet. Soms heb ik wel eens een of twee dagen een dip. Dan komt het gedrang van die corona weer naar boven en dan denk ik: verdorie, hoe lang houden we dit nog met z’n allen vol? Ik moet er niet te lang over doordenken. Ik hoop er maar het beste van. Zo lang ik nog maar vrij bij mijn vrouw mag komen. Ze gaan informeren of ik bij haar in het huis iets met het kerstdiner kan doen. Ik wil graag helpen.

Kracht voor de zorg

Ik vind het heel, heel moeilijk. Ik heb best begrip voor hoe de regering nu bezig is. Ze proberen er alles aan. Ik hoop alleen niet dat als het allemaal weer wat strenger moet, ze direct de ouderenzorg gaan inperken. Laten we proberen om te blijven zorgen voor de mensen die hulp nodig hebben. Trek niet zo aan die zorg, gooi daar wat meer kracht in. Laat het niet alleen aankomen op de mensen die nu hun uiterste best doen.

Menselijk blijven

In de politiek heb je er ook die overal tegenin gaan. Die weten niet waar ze over praten. Sowieso komen mensen tegenwoordig sneller in opstand. Elkaar kwaad aankijken, elkaar dwarszitten. Laten we in godsnaam proberen om menselijk te blijven. Ik ben niemand. Ik ben gewoon Wim, maar verder niemand, maar ik heb altijd geprobeerd om mens te blijven. Laten we proberen dat met z’n allen weer een beetje op een rechte lijn te krijgen.