Wanda (35) uit Meppel, specialist ouderengeneeskunde bij zorgorganisatie Noorderboog, onderzoeker bij UNO-UMCG
Duimen
Vier maanden geleden alweer dat er een virus op ons afkwam. Een virus dat waarschijnlijk dodelijk zou zijn voor de populatie waar wij ons dagelijks voor inspannen. De eerste weken dat deze dreiging op ons afkwam waren hectisch, spannend, onrustig en zoeken. Alles veranderde. De bewoners mochten niets meer. De bezoekers ook niet. De vrijwilligers vaak ook niet. En zelfs de therapeuten mochten in fase 0 alleen op afstand zijn. Het enige dat we konden doen was duimen dat de orkaan ons huisje zou overslaan en anders zo weinig mogelijk schade zou aanrichten.
Door de beslagen voorruit
Nu het stof aan het neerdalen lijkt en het in het grootste deel van onze regio vaak bleef bij een briesje, is het tijd om ons heen te kijken. En daarna wellicht ook door de beslagen voorruit heen proberen te kijken, om te zien of er ook dingen zijn die blijvend ten goede zullen veranderen.
Best veel rust
Een harde klap kwam niet van het virus zelf, maar na die ene persconferentie: er mocht helemaal geen bezoek meer komen. Hoewel dat tot emotioneel zware situaties leidde bij diverse mantelzorgers, leek het ook rust te brengen. Dit bleek ook uit een landelijke peiling van collega-netwerk UKON van observaties onder een diverse groep hulpverleners. Geen bezoek en er was eigenlijk best veel rust. Het is (nu nog) speculeren waar dat door komt. Uiteraard wordt er vervolgonderzoek gedaan om te kijken of hier enige causaliteit onder ligt.
Draaiorgel
Natuurlijk zagen we ook de creativiteit die het teweegbracht, nu er bíjna niets meer mocht. Want onze oud-pianolerares kreeg van haar man elke week een draaiorgel onder haar raam. Grootse danspassen leverde het op. En uiteraard een glimlach bij haar en alle anderen op de afdeling. Want op afstand en door een raam, dát kon wel.
Digitalisering
Ook de digitalisering nam een vlucht, in een tak van sport waar iedereen er huiverig voor was. Multidisciplinair Overleg (MDO’s) op afstand bleken goed uitvoerbaar, families die de reistijd altijd al hinderlijk vonden, schuiven nu ineens wel aan. En de vergadering van onze vakgroep begint tegenwoordig gewoon op tijd, omdat voor iedereen de reistijd vervallen is. Dus ook de buitenlocaties schuiven netjes om kwart voor vier aan.
Zwaaiende fotolijst
Waar initiatieven voor het Facetimen met een geëmigreerde zoon al jaren sneuvelden op technische bezwaren, gebrek aan apparatuur of improvisatie, kon de heer D. nu bijna dagelijks bellen met zijn zoon. Tablets zijn opeens niet alleen meer voor het zorgproces beschikbaar, maar zijn in grote getalen extra aangerukt. Tuurlijk is niet voor elke bewoner te bevatten dat die zwaaiende fotolijst ook nog eens kan terugpraten. Maar voor velen bleek het – soms ook met verrassend veel herkenning – een uitkomst. Dat lukt wél.
Kennisdeling en samenwerking
Ondertussen deden professionals en leken hun best om steeds meer van het virus te begrijpen. Er was aanbod genoeg om wekelijks een webinar te kunnen volgen. En ook in de media werden wetenschappelijke artikelen uit The Lancet of NEJM breed en gelukkig vaak zorgvuldig uitgemeten. Daarnaast nam kennisdeling tussen collega’s toe, vaak juist contacten buiten je eigen wereld. Er waren veel initiatieven voor versterking van de samenwerking in de ketenzorg – protocollen voor verwijzing, delen van ervaring, handreikingen voor herstelzorg en expertiseuitwisseling, bijvoorbeeld op het gebied van behandelwensen en advance care gesprekken. Dat mag zéker.
Onverklaarbaar
Toch zijn ook nog veel dingen onverklaarbaar… de mortaliteit op afdelingen lijkt te schommelen tussen de 0-50%. Er zijn afdelingen waarbij de helft van de kwetsbare ouderen volledig asymptomatisch – maar wel dus bewezen positief – de infectie doorliep. En waarom wordt wel de bedlegerige oudere besmet, en die ene dwalende bewoner die bij alle stervende mensen nog even langsliep, kreeg niets? Genoeg reden dus om verder onderzoek te blijven doen naar het virus én de impact ervan op de verpleeghuiswereld, haar bewoners, personeel en naasten. Dat moet gewoon.
Voorruit schoonpoetsen
Als we nu voorzichtig onze voorruit een beetje schoonpoetsen, dan kan iedereen toch wel iets bedenken dat we juist kunnen leren en behouden van deze tijd. Hopelijk zullen we in de toekomst dankzij deze periode vaker denken: kan wel, lukt wel, mag wel!
Wanda’s verhaal is met ons gedeeld door Universitair Netwerk Ouderenzorg (UNO-UMCG), een samenwerkingsverband van het UMC Groningen en twintig ouderenzorgorganisaties in Noord- en Oost-Nederland.