Kan jij slapen?

Muriëlle uit Voorschoten, woont met haar man en dochter, werkt als verpleegkundige bij zorgorganisatie Topaz

Positief

Sinds begin november werk ik op een cohortafdeling van het verpleeghuis. Nadat drie bewoners plotseling erg begonnen te hoesten, werden zij getest. Na een spannende dag kregen we rond half vier het gevreesde woord: positief! Mijn hart zonk, ik onderdrukte een flinke brok in mijn keel en begon met volle concentratie aan wat komen zou. De kleinste details moesten geregeld worden om verdere verspreiding te voorkomen. Afval, was en linnengoed scheiden. En, denk je eens in, hoe moet je naar de wc met persoonlijke beschermingsmiddelen? Maar dat zijn logistieke zaken waar je als zorgmedewerker het minste mee bezig wilt zijn. Wij zijn bezig met onze kerntaak, het verzorgen van de bewoners op onze afdeling. Daarvan zijn er nu drie ziek, heel ziek.

Grapjes en gekke dansjes

Dit zijn de bewoners die alle collega’s goed kennen en voor zorgen. Ineens mag maar één collega die zorg op zich nemen, wassen, voeden, metingen verrichten, observeren op regressie of, wat helaas ook kan, progressie. Die collega praat met de bewoner, troost of maakt grapjes ter verlichting. Soms moet de collega heel creatief zijn om een verveelde bewoner te helpen door de isolatieperiode te komen. Helaas weten psychogeriatrische bewoners niet zo goed meer wat ze nou leuk vinden om te doen, maar ze weten wel dat ze niet uit hun kamer mogen. Het enige wat je dan kan doen is praten, grapjes maken of gekke dansjes doen. Wanneer die bewoner dan gaat lachen, is het gelukt.

Sterk en vindingrijk

De collega moet ook op een andere manier sterk zijn, vindingrijk om iemand te voorzien in basisbehoeften. Want ook een sapje drinken en de bewoner verleiden net iets meer hiervan te drinken om er zo voor te zorgen dat ze aansterkt. Maar diezelfde collega geeft ook het schone incontinentiemateriaal aan, verschoont het vuile bed en verwijdert de ontlasting van de vloer.

Belastend

Dit is belastend, enorm belastend, lichamelijk en psychisch verwerkt de collega zoveel informatie die later omgezet moet worden in metingen en rapportages, overdracht aan teamgenoten en de arts. Maar ook aan de familie, die zich zorgen maakt over hun naasten. Wat kan deze collega vertellen aan de eerste contactpersoon? Tijdens het telefoongesprek moet de collega aanvoelen of deze alles wil weten of liever in bedekte termen hoort hoe het gaat. Daarbij kan de contactpersoon zoveel vragen stellen waar lang niet altijd een prettig antwoord op te geven valt.

Wakker liggen

‘s Avonds in bed kan ik niet slapen, want ik maak mij zorgen. Zoveel vragen spoken langzaam door mijn hoofd, telkens weer de dag langslopend. Wat als ik iets over het hoofd heb gezien en net niet dat ene heb gezegd waardoor de bewoner opknapt? Of niet heb gedaan waardoor het mis gaat. En, zijn morgen alle besmette bewoners er nog? Ik kan niet slapen en die collega zal het waarschijnlijk ook niet kunnen.