Toen ik een hand zocht, vond ik een pootje

Mia (60) uit Amsterdam, vrijwilliger

Actieve vrijwilliger

Ik heb altijd als verpleegkundige gewerkt. In 2004 ben ik afgekeurd vanwege depressies, angstaanvallen en PTSS. Voordat alles stil is komen te liggen door corona, zette ik me op verschillende manieren vrijwillig in. Zo help ik bij kerkdiensten; ik haal mensen op, maak de zaal klaar en zet koffie en thee. Daarnaast zat ik tot voor kort elke maandagochtend een aantal uurtjes achter de kassa bij een museum. Met mijn voorliefde voor geschiedenis en mijn medische achtergrond is dat een heel fijne plek, ik vind het heel leuk om te doen! Ook zing ik met veel enthousiasme de altpartij in een koor.

Valkuil van thuiszitten

Nu zijn deze activiteiten allemaal gestopt en dat mis ik wel. In het thuiszitten loert een gevaar, ik merk signalen bij mezelf dat ik het net iets té prettig vind thuis. Want in de depressievelingenwereld is het heel prettig, dan zit je in je eigen dingetje, je hoeft niets, er wordt niets van je verwacht. Het is een valkuil. Het kost me nu steeds meer moeite om naar buiten te gaan. Soms gaan er dagen overheen om iets voor elkaar te krijgen, bijvoorbeeld een boodschap doen. Ik ben me hier heel goed van bewust en spreek mezelf erop aan: ‘Hallo Mia, dit was niet de bedoeling, het is de bedoeling dat je dingen onderneemt, daar voel je je veel beter bij!’ Maar dat is gemakkelijker gezegd dan gedaan nu er zoveel dingen door corona weggevallen zijn.

Nieuws mijden

Door de coronacrisis komen er veel beelden van ziekenhuizen en verpleging op televisie voorbij. Beelden die me aan mijn werkverleden doen denken en me het gevoel geven: ‘ik had daar moeten zijn’. Het blijft een strijd, enerzijds weet ik dat ik niet meer mag en kan werken als verpleegkundige, maar ik zou het zo graag doen. Het nieuws triggert mijn PTSS en depressie, ik merk dat ik daardoor het nieuws ga mijden.

Dieren zijn helend

Mijn katten thuis bieden me veel steun in moeilijke perioden, ze geven structuur in mijn leven. Toen ik een hand zocht, vond ik een pootje. Ik ben een groot dierenliefhebber. Dieren zijn heel helend, ze helpen heel veel. Mijn twee katten hebben door kwalen als diabetes en blindheid veel zorg nodig, hierbij komt mijn medische kennis goed van pas. Ik moet op tijd opstaan om de katten eten en insuline te geven. Helaas is mijn derde kat, een lieve kater die tien jaar bij me is geweest, pasgeleden overleden. Ik mis hem heel erg, ik noemde hem mijn ‘cadeautje van de straat’.

UPPA

Naast de vreugde en structuur van mijn katten, heb ik veel aan de oplossingen die ik met mijn vriendinnen en zelfhulpgroepje genaamd ‘UPPA’ heb ontworpen. De naam verwijst naar de therapeutische term ‘uitbreiding van potentieel plezierige activiteit’. Dat was zo’n gigantische mond vol, dus wij hebben dat UPPA genoemd. Ik spreek hen nu regelmatig via WhatsApp. Ook onderhoud ik telefonisch veel contact met andere vrienden en mijn moeder, broer en zus. Mijn moeder kan ik helaas weinig opzoeken door corona, maar een vriendin had nog beschermingsmaskertjes thuis liggen van een eerdere operatie en heeft er een paar opgestuurd. Die kan ik gebruiken en omdoen bij een bezoek aan mijn moeder. Ik ga haar verrassen met een bezoekje, want we moeten wel een beetje kleine verrassingen houden voor elkaar.

Mia’s verhaal is ingezonden door het Centrum voor Cliëntervaringen, een platform met partners die zich inzetten voor het verbeteren van de kwaliteit van bestaan van mensen in kwetsbare situaties door middel van participatief actieonderzoek.