Ik had gehoopt dat de opruimgeest op mij zou neerdalen

Melanie (52) uit Amsterdam, woont in een gebouw met mindervalide en seniorenwoningen

Van de straat

Ik ben opgegroeid in Uithoorn, maar woon sinds mijn 19e in Amsterdam. In 2002 kreeg ik een dwarslaesie waardoor ik in een rolstoel zit. Ik ben betrokken bij Cliëntenbelang Amsterdam en heb aan diverse projecten meegewerkt, zoals de toegankelijkheid van Stadsdeel Zuid. Momenteel ben ik betrokken bij de transitie binnen de zorg naar buurtteams, waarbij ik het perspectief vanuit cliënten vertegenwoordig. Ook ben ik ‘life coach’ bij Cliëntenbelang en geef ik trainingen aan leden van patiëntenorganisaties om inzicht te geven in hun ziek zijn en hen te begeleiden in het proces van ‘omgaan met…’. Zo hou ik mezelf van de straat.

Digitaal werkt niet

De trainingen zijn allemaal geannuleerd door corona. Ik heb geprobeerd om de trainingen digitaal voort te zetten maar door de vele oefeningen en het delen van persoonlijke dingen, kwam ik tot de conclusie dat dat toch écht fysiek moet. Het hele idee is namelijk om deelnemers even uit hun gebruikelijke situatie te halen om zo het interne proces naar zichzelf te kunnen maken. Dat werkt niet als je vanuit je huiskamer moet inbellen.

Rustmomenten nodig

Zelf heb ik trouwens ook gemerkt dat ik niet zo van het thuiswerken ben. Ik wil de dingen wel oppakken zoals het leren van Spaans, maar merk dat ik echt een stok achter de deur nodig heb. Gelukkig staan er nog wel regelmatig online werkafspraken die ervoor zorgen dat ik in een ritme blijf. Wat ik wel merk, is dat ik in die tijd die ertussen zit, zit te fröbelen. Ik had gehoopt dat de opruimgeest op mij zou neerdalen, maar ik merk gewoon dat ik als mens en in dit geval als rolstoelgebruiker, dat mijn lijf gewoon rustmomenten nodig heeft. Ik heb maar voor mezelf besloten dat dat voor nu oké is.

In de aap gelogeerd

Aan het vele thuis zijn als gevolg van corona stoor ik me niet echt. Ik ben al gewend om meer thuis te zijn dan de gemiddelde mens. Wel ben ik voorzichtiger als ik nu naar buiten ga, omdat ik tot de risicogroep behoor. In mijn geval, ja als het mis gaat, zijn we wat meer in de aap gelogeerd. Ik onderhoud momenteel met een klein groepje fysiek contact, met de rest bel of app ik. Ik zit in de luxe positie dat ik mijn beide ouders, van 80 en 82 jaar, nog heb. Daar beeldbel ik nu mee, want die hebben sinds kort allebei een smartphone en vinden het helemaal geweldig. Ik bel dan eerst op de vaste lijn dat ik ga WhatsApp bellen, nou en dan komt het helemaal goed.

CEO’s zonder sociaal fatsoen

Natuurlijk mis ik de leuke uitjes buitenshuis met vrienden, maar al met al gaat het best prima. Als ik dan tóch iets moet noemen wat me nu dwarszit, dan zijn het die grote bedrijven die belasting omzeild hebben maar nu voor staatsteun aankloppen en CEO’s die eigenlijk vinden dat zij recht hebben op hun bonus. En die sommigen na alle ophef dan toch maar weigeren. Ik weet niet wat er met jouw sociaal fatsoen is gebeurd dat je niet ziet dat dat niet oké is. Je kan het best missen… Over dat soort dingen word ik wel, ik merk dat ik daar wel echt boos om word zeg maar.

Meer is niet altijd beter

Het positieve overheerst, bijvoorbeeld als ik kijk naar de creatieve oplossingen die lokaal worden bedacht en de mensen in mijn naaste omgeving die proberen er het beste van te maken. Wat mij ook helpt om door deze rare tijd te komen, zijn mijn twee katten Lola en Pip. Het is heerlijk om ‘aanspraak’ te hebben, voor ze te zorgen en te zien hoe zij tevreden ergens liggen te slapen. Mijn wens zou zijn dat we de goede dingen hiervan overhouden aan het eind, dat het niet allemaal zo gehaast hoeft, dat meer niet altijd beter is, dat we gewoon weer een beetje terugkomen naar het ‘doe maar gewoon’.

 

Melanie’s verhaal is ingezonden door het Centrum voor Cliëntervaringen, een platform met partners die zich inzetten voor het verbeteren van de kwaliteit van bestaan van mensen in kwetsbare situaties door middel van participatief actieonderzoek.