Corona is onvoorspelbaar en heftig (Update)

In april plaatsten we het verhaal van Mariët (53) uit IJsselstein, regiomanager bij Azora Den Es, zie onderaan. In deze update vertelt zij hoe het nu met haar gaat.

Impact is groot

In maart en april waren er besmettingen met corona in ons verpleeghuis. Die periode is door medewerkers als rauw en heftig ervaren. Maar ook door mij. Wij, die zo volop bezig waren met de implementatie van Leefplezier [het centraal stellen van de wensen en verlangens van bewoners, red.], werden opeens teruggeworpen op een basiszorg, zonder contacten met familie en zonder eigen inbreng. We moesten werken volgens protocol. Gelukkig hadden we voldoende beschermingsmiddelen, zodat iedereen die in aanraking kwam met besmette bewoners, gebruik kon maken van volledige bescherming. Maar we hadden niet voldoende beschermingsmiddelen om medewerkers die graag beschermd wilden werken hiervan te voorzien. En dat was afschuwelijk.

Ander ziekteverloop

Het werken op de cohortwoning was zwaar. De ziekte en het overlijden van bewoners verliepen door corona anders. Een medewerker die eind van de middag naar huis ging, wetende dat het goed ging met meneer, hoorde diezelfde avond dat hij was overleden. “Wat heb ik niet gezien, wat heb ik verkeerd gedaan?,” was haar eerste gedachte. Helemaal niets, dit is corona. Corona is onvoorspelbaar en heftig.

Alles gedaan wat ze konden doen

De medewerkers die op de cohortwoning hebben gewerkt, hebben alles gedaan wat ze konden doen. Zij hebben in die periode het contact met familie enorm gemist. ‘We doen het samen’ is ons motto, maar doordat de verpleeghuizen op slot zaten konden we dit niet doen zoals we normaal gesproken doen. Bijvoorbeeld rondom het overlijden van bewoners, doen we normaal altijd alles samen met de familie. Er is veel contact, familie waakt, lopen een rondje, we drinken samen een kop koffie, medewerkers en familie kunnen over en weer hun verhaal kwijt. Dit kon nu niet, waardoor medewerkers het gevoel hadden dat ze tekort zijn geschoten. Medewerkers liepen al maanden met dit gevoel rond tot het moment dat er in juli een bijeenkomst werd georganiseerd voor familieleden van een aantal overleden bewoners. De familie bleek hartstikke tevreden te zijn en goed terug te kijken op de zorg die medewerkers aan hun dierbare hadden verleend. De medewerkers waren echt verbaasd en dit deed hun natuurlijk ook goed.

Oog houden voor leefplezier

Op de cohortwoning was in het voorjaar echt geen sprake van Leefplezier. Medewerkers bleven wel kijken naar mogelijkheden om een zo optimaal mogelijke situatie voor de bewoner te creëren. Zo is er een voorbeeld van een echtpaar dat tegenover elkaar op de cohortwoning lag. De medewerkers hebben toen de deuren tegen elkaar opengezet, zodat ze elkaar konden zien en naar elkaar konden zwaaien. Fantastisch dat de medewerkers daar op dat moment aan dachten.

Rust en extra aandacht

Op de woningen waar geen corona was, zijn ze zoveel als mogelijk doorgegaan met de dingen die in het leven van bewoners zo belangrijk zijn. Juist doordat er geen bezoek was, was er alle tijd voor de bewoners. Dit resulteerde in een bepaald soort rust en extra aandacht. Het contrast wat in één huis kan voorkomen is groot. Ik vind dat alle medewerkers het fantastisch hebben gedaan.

Nooit meer helemaal op slot

Met alle beperkingen die er nu zijn, proberen we zoveel mogelijk de verlangens van bewoners te ontdekken en daarop in te spelen. Er is beperkt bezoek, iedereen draagt een mondkapje, we knuffelen de bewoners niet en ook bezoekers doen dat niet. Maar bezoek is weer van harte welkom en bewoners kunnen weer naar buiten. We hebben nu geen corona in huis en doen er alles aan om het virus buiten de deur te houden, maar we gaan nooit meer helemaal op slot. We accepteren dat de situatie in het verpleeghuis is zoals hij is. Er wonen mensen met een verhoogd risico, op woningen dicht bij elkaar. We hebben allerlei maatregelen getroffen om de besmettingen weg te houden bij bewoners. We willen niet strenger zijn dan het RIVM en dat hoeft gelukkig ook niet.

Geleerd van de eerste golf

Na de eerste golf kwamen de verhalen en vragen van medewerkers los. Die hebben ons veel inzicht gegeven in wat er anders moet. Onder andere dat de communicatie met onze medewerkers nog transparanter kan. We hebben geen geheimen voor onze medewerkers, maar willen niet alle informatie rondom corona breed communiceren. Medewerkers weten nu dat ze met al hun vragen bij hun teammanager terecht kunnen, niets is geheim. Wat betreft de teammanagers, die kwamen in de eerste golf maar sporadisch op de woningen om het besmettingsrisico zo klein mogelijk te houden. Nu weten we dat hun aanwezigheid op de woningen onmisbaar is. Medewerkers moeten voelen dat hun teammanager er altijd voor ze is, de boodschap “je kunt me altijd bellen” is niet genoeg. In de eerste golf lieten we medewerkers zelf beslissen wanneer het werk op de cohortwoning hun teveel werd. We weten nu dat het soms belangrijk is om een dergelijke beslissing voor hen te nemen.

Continu op je hoede

Wij weten dat het voor medewerkers in deze tijd ontzettend belangrijk is om gezien te worden, dat ze hun verhaal kunnen doen. Dan zie je pas echt de impact van het coronavirus. In de media en de politiek gaat het echter vooral over het oplopen van het aantal besmettingen en het tekort aan personeel. We vallen hiermee weer in de valkuil van alles op een normatieve manier, met cijfers te bekijken. Het gaat niet over het wel of niet hebben van beschermingsmiddelen, het gaat erom hoe het voelt dat je continu op je hoede moet zijn voor een virus wat binnen kan komen. De druk die door corona continu bij medewerkers ligt is groot en de buitenwereld is zich daar, denk ik, te weinig van bewust.

Zo goed als mogelijk

De eerste coronagolf heeft ons overvallen. Het virus en de verspreiding was nog onbekend, het verpleeghuis zat op slot en binnen die hectiek was het protocol voor ons leidend. En ondanks dat we het protocol naleefden, bleef aan mij toch een gevoel knagen. Zie ik iets over het hoofd? Wat kan ik nog beter doen? Inmiddels zit Nederland in een tweede coronagolf. Ik durf nu voluit te zeggen dat wij het in het voorjaar binnen het verpleeghuis zo goed als mogelijk hebben gedaan, met alle middelen en mogelijkheden die er waren.

Menselijke maat

In deze periode is nog steeds het protocol voor ons leidend en we voegen daar wel de menselijke maat aan toe. Een voorbeeld: een van onze bewoners was jarig. Haar drie dochters wilden zo graag samen met hun moeder haar verjaardag vieren. Volgens het protocol mochten er echter maar twee bezoekers per keer naar binnen… Een verjaardag in een verpleeghuis is naar alle waarschijnlijkheid een laatste verjaardag. Met dat in mijn achterhoofd heb ik toestemming gegeven voor bezoek van de drie dochters tegelijk. Uiteraard met in achtneming van de maatregelen; 1,5 meter afstand en een mondkapje op. Het zijn de kleine dingen die het doen en door het managen met de menselijke maat kunnen die kleine dingen gerealiseerd worden. Daar word ik blij van!

We zijn er klaar voor

Er worden diverse bewoners getest op het coronavirus. Tot nu toe nog steeds negatief. Indien een bewoner positief wordt getest, dan zijn wij er klaar voor. Met de medewerkers die bij ons in het verpleeg- en verzorgingshuis werken, kunnen we alles aan. We doen het samen!

 


 

Mariët (53) uit IJsselstein, regiomanager bij Azora Den Es – april 2020

Alles voor de bewoner

In deze tijd weet ik ’s morgens niet hoe mijn dag gaat verlopen. Ik ben voortdurend aan het overleggen, afstemmen en terugkoppelen. Corona vraagt ons om steeds te kijken naar wat er nodig is op dat specifieke moment. Op een gegeven moment wilden we een maatregel doorvoeren wat de medewerkers van die woning niet fijn vonden. Medewerkers reageerden verbaasd, boos of geschrokken, en soms alle drie tegelijkertijd. Ze zeggen: “ik ben heel erg boos, niet op jou, maar op de situatie” of “voor jou is het ook niet leuk om deze beslissing te nemen, jij moet doen wat nodig is”. Als ik dan begrip toon, uitleg geef en goed luister, herpakken mensen zichzelf en dan gaan ze er gewoon weer voor. Voor die bewoner, daar willen ze alles voor doen. En voor de familie. De medewerkers hebben zo’n veerkracht. Als je op zo’n moment bij elkaar kunt blijven, dan doe je het echt met elkaar.

Zelf blijven nadenken

Wanneer we maatregelen overwegen, proberen we van alle mogelijke kanten te kijken naar wat er allemaal bij komt kijken. Soms ben je toch iets vergeten. Niet omdat je onzorgvuldig bent, maar omdat de medewerkers op de woning het toch beter weten. Iets kan feitelijk wel zo zijn, maar het verhaal is altijd veel ingewikkelder. Dit betekent dat we soms een maatregel moeten heroverwegen voor een bepaalde bewoner. Niet om een uitzondering te maken, maar omdat de bewoner door die maatregel op een andere manier in een gevaarlijke situatie terecht zou komen. De medewerkers volgen niet zomaar, ze blijven zelf nadenken en gaan het gesprek aan met ons. Dan zeg ik: goed gedaan.

Voor elkaar zorgen

De inzet en samenwerking bij Den Es is echt fantastisch. We doen het zo met elkaar. Laatst had ik familie aan de telefoon over een lastige beslissing. Ze wilden er nog even over nadenken. Toen ze bij me terugkwamen, vertelden ze dat ze de woning hadden gebeld om te vragen wat de medewerkers wijsheid vonden. Hier mogen de medewerkers trots op zijn en dat heb ik ze ook verteld. Het laat zien hoe goed het contact is met de familie en wat je hiermee voor een bewoner kunt betekenen. Het is belangrijk om bij elkaar aangehaakt te blijven, we moeten goed voor elkaar zorgen. Teammanagers zijn het eerste aanspreekpunt van de zorgmedewerkers. Ik hou goed in de gaten hoe het met hen gaat. Het is ook voor hen een pittige tijd.

Altijd méér willen doen

Het raakt me diep, wat er gebeurt. We moeten beslissingen nemen voor de hele groep, terwijl we juist altijd keken naar het individu, die ene bewoner. En we hebben met z’n allen zo’n drive om iets te betekenen voor het leefplezier van bewoners, maar zijn nu beperkt in wat we kunnen doen. Wat mij het meeste raakt, zijn de verhalen van de familie. En natuurlijk de ervaringen van de medewerkers. Ik word dan niet emotioneel, maar ben in mijn hoofd bezig met hoe het anders kan. Zo zitten de psychologen nu in een kantoor vlakbij de woning waar de bewoners met corona verblijven. De mensen die daar werken, kunnen dan meteen hun verhaal kwijt. Ik ben altijd, de hele dag door bezig met wat ik nog méér voor de bewoners en medewerkers kan regelen, hoe ik mensen een extra hart onder de riem kan steken. De buitenwereld laat ook weten dat ze aan ons en aan onze bewoners denken. Van ongelooflijk veel mensen krijgen we briefjes, kaarten, chocolade en bloemen.

Begrip van familie

Wat mij opvalt is dat familie veel begrip voor de maatregelen heeft, al willen ze natuurlijk het liefst wat anders. Het beperkte contact tussen bewoners en naasten gaat ook tegen mijn gevoel in. Ik denk dat familie het moeilijk heeft en dat is heel invoelbaar. Daarom stuur ik twee of drie keer per week een brief naar alle familieleden over de stand van zaken. Hierop krijg ik vooral veel positieve reacties. Ze mailen: “Bel ons maar niet, besteed de tijd maar aan mijn moeder.” Of: “Ga zo door, jullie zijn helden, jullie zijn fantastisch!”. Ook daarin voel je dat je het samen doet, ook met familie.

Oprechte aandacht

Wanneer ik over mijn brieven vragen krijg, dan bel ik mensen op. Zoals in het geval van een mevrouw van wie de partner nog maar kort geleden bij ons is komen wonen. Ze zaten nog in een proces van afscheid en nu mag zij niet meer naar hem toe. Haar partner snapt dit niet en is er boos over. Wanneer ze videobellen, dan voelt mevrouw zijn boosheid. Ze is bang dat hij haar straks niet meer wil zien. Je kunt je zo goed indenken dat dit heel heftig voor haar is. Dat zegt zij ook, dat ze er slecht van slaapt. Ik kan haar zorgen niet wegnemen, maar vind het belangrijk dat ik met haar kan praten, dat zij haar verhaal kwijt kan. Ik vertel hoe de dingen gaan en we tasten samen af wat de mogelijkheden zijn. Oprechte aandacht doet mensen goed.

Plekje geven

Het is niet alleen het overlijden wat erin hakt, maar ook de manier waarop. Het einde van het leven komt met corona heel snel. Gelukkig mogen familieleden komen als bewoners terminaal zijn. Naar mate de lockdown langer duurt, hebben mensen elkaar al heel lang niet gezien. Dat is lastig. Er overlijden in deze tijd ook mensen zonder corona, die hebben hun naasten dan niet meer gezien. Voor de medewerkers is het ook niet makkelijk. Er is geen afscheid, ze kunnen niet naar een begrafenis. Als deze periode voorbij is willen we nog iets voor de medewerkers doen om het overlijden van bewoners een plekje te geven. En ook een moment van afscheid met de familie creëren.