We houden met de zusters in het klooster onderling afstand

Zuster Louisa (‘Riet’ voor de familie), 92 jaar, woont in het Klooster St. Elisabeth in Heythuysen, in de volksmond ‘de Kreppel’  genoemd

Riet komt uit een groot gezin met acht kinderen. Het geloof heeft ze in vrijheid van huis uit meekregen. Meerdere kinderen uit het gezin zijn tot het religieuze leven toegetreden. Haar oudste zus Truus deed haar intrede bij de zusters van Augustinessen van Sint Monica in Utrecht. Haar zus Ann (zuster Wilhemine) trad vier jaar later toe bij de zusters van Franciscanessen in Heythuysen, Limburg. Ook zuster Louisa heeft voor het Franciscaanse leven gekozen en is bij Heythuysen ingetreden. Haar broer Piet, helaas onlangs overleden, werd op latere leeftijd nog Diaken.

Roeping

De beslissing om op mijn 23ste in het klooster te gaan wonen was niet eenvoudig, daar ging een proces van twee jaar aan vooraf. Het was geheel mijn eigen beslissing en ik heb er, na lang nadenken, heel bewust voor gekozen. Ik voelde het van binnenuit, dit is voor mij de weg in het leven.

Gebed, meditatie en bezinning

We zijn nog maar met 28 zusters in het klooster waarvan er acht zusters, waaronder ook mijn zus Ann, in het verzorgingstehuis wonen. Het verzorgingstehuis heet Proteion en is met het klooster verbonden door een open verbinding. Omdat enkele zusters extra verzorging nodig hebben, is het ochtendgebed om 10.00 uur in de kapel. Daarna drinken we gezamenlijk koffie. Door de corona is het koffie drinken nu in twee groepjes. Het avondgebed is om 17.30 uur en daarna eten we samen. Het religieuze leven bestaat uit gebed, meditatie en bezinning. Ondanks de corona hebben wij daar gelukkig nog veel mogelijkheden voor. Door dit leven zijn we met elkaar verbonden. Ik voel me daarom ook niet alleen of eenzaam.

Werken in de zorg

Ik heb een groot gedeelte van mijn kloosterleven in de zorg gewerkt. De eerste zes jaar ben ik begonnen in ons dorp, bij wat toen nog een “bejaardenhuis”  werd genoemd.
Daarna ben ik gevraagd om in Roermond voor een achterstandswijk buurtzorg te verlenen. Het was een vrij gesloten buurt waar veel ouderen woonden. Het maatschappelijk werk en het Wit-Gele Kruis kregen moeilijk toegang tot deze groep mensen. Voor mij was het in het begin dan ook niet gemakkelijk, maar heel langzaam kwam er toch een opening in het buurtje. Ik heb er in die periode heerlijk samengewerkt en veel bereikt.

Schilderswijk

Door het werken daar was ik niet veel in de gemeenschap, dat ging ik missen. Ik wilde graag dit werk blijven doen maar dan wilde ik wel gaan wonen in een religieuze groep. Met toestemming ben ik op zoek gegaan in drie grote steden in ons land. Het werd Den Haag en mijn werkterrein werd de Schilderswijk. Daar was al een groepje religieuzen aan het werk. Ik was er als vierde dan ook heel welkom. Tot aan mijn pensioen heb ik gewerkt in de thuiszorg, daarna ben ik les gaan geven aan buitenlandse vrouwen. Voornamelijk aan vrouwen die nog nooit een school van binnen hadden gezien. Zij leerden van mij, maar ik ook van hen. Kerkenwerk, bezoekwerk en op zondags vaak de kerkdienst in de gevangenis, deze werkzaamheden stonden ook op mijn lijstje. Ik heb daar 37 jaar gewoond. Ik ben nu bijna zeven jaar terug in Heythuysen en dat bevalt me heel goed.

Onderling afstand houden

Vóór de corona was alles open, nu zijn de deuren binnen het klooster grotendeels gesloten. Dat is vervelend, maar ik begrijp het. We moeten met de zusters in het klooster onderling afstand houden, daar wijzen ze ons goed op. Dat gaat ook prima. In de kapel zijn we nu met een kleinere groep. Gelukkig is de kapel groot genoeg en kunnen we met deze kleinere groep, op afstand, nog samen het gebed doen. De gym en de muziektherapie zijn gestopt, dat vind ik erg jammer. Muziektherapie is heel intens, het werkt goed op je geest. Ook de kapper en de pedicure komen niet meer. Hopelijk wordt dat snel anders. We hebben wel een alternatief gevonden voor de gym: we dansen met een klein groepje op lichte dansmuziek. We houden goed afstand maar zo kunnen we toch de bewegingen doen met onze armen en benen. Zo blijven we fit.

Corona op de zorgafdeling

Mijn zus Ann, zuster Wilhelmine (95), heeft in de eerste pandemie corona gehad. Ze heeft gelukkig alleen lichte verkoudheidsklachten gehad. Er is nog een zuster ziek geweest in de eerste pandemie, zij is gelukkig ook niet ernstig ziek geworden. Zuster Wilhelmine woont op een beschermde zorgafdeling van het klooster, met nog zeven zusters. Toen ze ziek was, kwam ze op een aparte kamer terecht. Zij heeft het lastiger in deze tijd. Dat komt ook omdat niet iedereen elkaar goed kan verstaan op anderhalve meter. Ze puzzelt, knutselt en breit veel. De leiding doet er alles aan om het virus buiten de deur te houden. Nu zijn er een paar bewoners met corona in het verzorgingstehuis Proteion, vandaar dat ze weer extra voorzichtig zijn en liever de meeste mensen buiten de deur houden. In de eerste pandemie waren er acht sterfgevallen in dat verzorgingstehuis, dat is veel.

Oud spul

Ik ben zelf niet bang, het kan ons allemaal overkomen. Ik vind het jammer dat het bezoek zeer beperkt is en ik nergens op bezoek kan, maar ik begrijp het wel. We zijn toch oud spul hè. Er kan zomaar iemand het virus binnenbrengen. Mensen zijn soms wat onverschillig, nonchalant. Wat ik heel erg heb gevonden, is dat ik door de crisis niet naar de crematie van mijn broer Piet heb kunnen gaan. Gelukkig heeft de familie mij veel gebeld en alles toegestuurd. Ik ben er zo ook betrokken bij geweest. Daarnaast vind ik het erg naar dat ik in deze tijd niet meer naar mijn zus Will in Utrecht mag gaan. Zodra het weer kan, stap ik weer op te trein om haar te bezoeken. Dat deed ik voor de pandemie geregeld.

Minder begrip

Je ziet in deze periode dat er minder begrip is vergeleken met de eerste pandemie. Geen geklap meer voor de mensen in de zorg. Iedereen lijkt moe, de mensen zijn meer op zichzelf gericht. Doordat wij met een groep zijn, hebben we elkaar en voelen we ons niet eenzaam. Ik zou graag wat meer willen doen, willen helpen bij de andere afdelingen. Dat kan nu helaas niet. Tijdens de vorige golf konden we meer doen, zo hebben we geholpen met het maken van mondkapjes en hebben we veel kaarten geschreven met bemoedigingsteksten. Er was zelfs een zuster, die vroeger kapster was, die ons ging knippen. Dat was fijn.

Plastic prikken

We mogen gelukkig wel naar buiten, dat doen we dan ook graag. Sommigen gaan met de rollator de tuin in, ik ga met mijn scootmobiel op pad. Dan ruim ik de blikjes en de plastic flesjes met een prikker op. Mensen gooien zoveel plastic in de natuur, dat is vreselijk. Ik verzamel die troep, neem het mee met mijn scootmobiel en gooi het in de container. Nu laat het weer dat niet echt toe, maar zodra het weer beter is ben ik weer van de partij.

Extra kracht

Het geloof geeft ons allen zeker extra kracht in deze moeilijke tijd. Vanuit Rome wordt er een gezamenlijke tekst doorgegeven voor het gebed, over corona en de problemen in de wereld. Elke maand om dezelfde tijd bidden alle provincies, alle zusters van onze orde, over de hele wereld, dezelfde tekst. Onze kapel is groot, we zijn daar met een kleine groep en kunnen dan ook goed afstand bewaren. Wij hebben veel geluk dat dit door mag blijven gaan. Veel parochies hebben die mogelijkheid niet. Het geeft ook veel steun om het geestelijke leven te beleven via de televisie. Vanuit vereniging de Zonnebloem en de seniorenbeweging is ons onlangs via de livestream een kerst- en nieuwjaarswens toegesproken, dat was heel mooi.

Geheim van hoge leeftijd

Ik ben 92 jaar, maak er geen 94 van hoor, haha. Wat het geheim is van fit zijn op deze leeftijd? Ik weet het niet, je moet geluk hebben. Ik heb altijd goed geleefd, regelmaat, goed gegeten en gedronken maar ook flink gewerkt. Zuster Wilhelmine, mijn zus, is net 95 jaar geworden. Ik weet nog goed dat mijn moeder zich vaak zorgen om haar maakte. Ze was erg dun, zwak en was lang aan de fles. En toch is ze net 95 geworden en heeft ze de corona overwonnen.

Gelukkig

Ik ben gelukkig, heb echt niets te klagen. Als ik zou klagen dan zou ik me rot moeten schamen. Er zijn nu zoveel mensen die alleen zitten of niets hebben, alle mensen hebben het nu moeilijk. Hier is alles goed verzorgd, ze zijn allemaal erg goed voor ons.

Met dank aan Bianca van der Linden-Snel voor het interview.