De Hollanders leren nu een beetje naar elkaar omkijken

Leonie (79) uit Leiderdorp, weduwe, vrijwilliger

Accu opladen

Ik voel me een beetje aan huis gebonden. Ik ben graag buiten, vanuit mijn huis loop ik zo langs de Rijn richting Koudekerk. Ik loop in een bepaald tempo, doe er precies 35 minuten over. Of ik ga fietsen, buiten of thuis op de hometrainer. Die heb ik op de logeerkamer voor het raam gezet, dan zie ik tenminste nog wat. Al is het maar de magnoliaboom aan de overkant. Van de week ben ik even met mijn auto de grote weg op gegaan. Zorgen dat de remschijven niet gaan roesten en even de accu opladen, anders start-ie niet meer. Daar moet je ook aan denken.

Australië

Ik zorg dat ik weinig mensen tegenkom. Twee jaar geleden heb ik een hartinfarct gehad en ik slik medicijnen voor cholesterol, hoge bloeddruk… dat krijg je op mijn leeftijd. Ik ben heel voorzichtig want ik wil nog wel een poosje mee natuurlijk. In juli zouden mijn zus en ik samen naar Australië gaan, om een neef te bezoeken. Ik ben bang dat het niet doorgaat. Het had m’n laatste grote reis moeten zijn, vlak voor m’n tachtigste. Ik weet niet of ik volgend jaar nog zo ver wil gaan.

Babbeltje maken

Ik ben vrijwilliger bij welzijnsorganisatie Radius en penningmeester van de Surinaamse Club. Normaal zijn we elke donderdag op de club maar dat ligt nu natuurlijk stil. We houden contact via WhatsApp maar daar word ik wel een beetje moe van. Sommige mensen sturen echt alles door, van het einde van de wereld tot wat je allemaal moet eten. Ping-ping-ping, hoor je dan. Ik vind telefoneren veel leuker, een babbeltje maken. Echt bellen met elkaar, net zoals vroeger.

Belletje trekken

De dagen duren veel langer dan normaal. Ik zat een poosje in de tuin, maar dat werd me wat te warm. Dan maar even mijn hapje verzorgen. Intussen komen de buurtkinderen belletje trekken, een paar ondeugende kleine jongens. Als ik niet opendoe, gaan ze op de deur bonzen. Ik maak me er niet boos over, dit deed mijn zoon vroeger ook vast. Op zondag kijk ik naar de kerkdienst via mijn laptop. Mijn overbuurvrouw komt meeluisteren, op anderhalve meter van me vandaan, zij heeft geen computer. Na afloop drinken we gezellig een kopje koffie, dan is de zondag alweer half voorbij.

Naar elkaar omkijken

Hier in buurt zijn veel jonge mensen komen wonen. Laatst stond een mevrouw voor het raam, “Als je nog wat nodig hebt, ik woon hier om de hoek.” Mensen bieden aan om boodschappen te doen, ik kreeg laatst een bloemetje aan de deur en een reep chocolade over de post van een vriendin van de Indische Vereniging. Mensen zien wel in dat we wat meer voor elkaar moeten doen, dat is positief. Surinamers hebben dat van nature al wat meer, maar ook de Hollanders leren nu een beetje naar elkaar omkijken. Mijn zoon doet elke dag voor mij de boodschappen, hij wil liever niet dat ik naar de winkel ga. Ik geef hem een lijstje mee en dan zet hij de boodschappen bij me op het aanrecht. Dan staat hij in de gang tegen me te praten, want hij wil me niet ziek maken.