Het lijkt erop dat elk verpleeghuis een ander beleid heeft

KAZUHIRO & CORONA

Kazuhiro uit Machida City (Japan), werkt als directeur bij Social Welfare Corporation Kasho Kai. Deze zorgorganisatie omvat onder meer een verpleeghuis voor mensen met dementie, een seniorencomplex met zorg en ondersteuning (‘Sakoju’), dagbesteding, respijtzorg, thuiszorg en een zorgloket waar allerlei diensten en adviezen worden verstrekt.

In uw verpleeghuis kunnen familieleden bewoners blijven bezoeken, zolang ze de beschermingsmaatregelen in acht nemen. Hoe gaat u om met de dagbesteding in uw huis?

“We meten de lichaamstemperatuur van elke deelnemer en desinfecteren hun handen elke ochtend als we ze ophalen met ons busje. We zorgen ervoor dat de bus goed wordt geventileerd als we van en naar hun huizen rijden. Eenmaal aangekomen bij ons centrum, nemen we hun temperatuur opnieuw op en zorgen we voor voldoende ventilatie. Dit zijn onze basismaatregelen, die volgen we elke dag opnieuw. Ook vragen we mensen met verkoudheid of allergische symptomen om een ​​tijdje niet naar ons centrum te komen. Omdat veel mensen de dagopvang in de periode van maart tot mei hebben opgezegd, was het relatief makkelijk om drukte te vermijden. We hebben ervoor gezorgd dat deelnemers afstand van elkaar houden, ook als ze zitten en als ze oefeningen doen. Tijdens het zingen laten we de mensen naast elkaar staan, ​​om besmetting via kleine druppeltjes te voorkomen.”

Hoe zit het met de thuiszorg? Zijn mondkapjes en handschoenen verplicht?

“Ja. Elke ochtend als onze medewerkers op bezoek komen, laten we de cliënten hun lichaamstemperatuur opnemen. Elke thuiszorgmedewerker draagt ​​een mondkapje en neemt een set hulpmiddelen mee om infectie te voorkomen, waaronder wegwerphandschoenen, desinfecterende handgel  en een schort. Iets anders dat aanzienlijk kan bijdragen aan preventie, is dat we cliënten met koorts of verkoudheidssymptomen vragen om de thuiszorg af te zeggen.”

Was er een verschil tussen reguliere beschermingsmaatregelen en maatregelen om de COVID-pandemie aan te pakken?

“Toen we eenmaal meer informatie over het virus kregen, hebben we bijna dezelfde maatregelen genomen als de gebruikelijke grieppreventie. Maar voordat er bewijs beschikbaar kwam, wisten we niet wat effectief zou zijn. Daarom hebben we uit voorzorg strengere maatregelen genomen dan normaal. We namen de lichaamstemperatuur op, sprayden desinfecterende handgel en hebben de gemeenschappelijke ruimtes vaker gedesinfecteerd.”

Heeft u veranderingen gezien bij uw medewerkers, naarmate hun werkdruk toenam als gevolg van de pandemie?

“Onze mensen nemen niet alleen op het werk, maar ook in het dagelijks leven extra voorzorgsmaatregelen. Ik heb gehoord dat ze terughoudend zijn om met grote groepen mensen te eten en uit te gaan. Om onze waardering als werkgever te tonen, moedigen we bijvoorbeeld betaald verlof aan en hebben we een bonus uitgekeerd.”

Is er wel eens een medewerker naar u toe gekomen om over hun mentale problemen te praten?

“In maart en april vertelden thuiszorgmedewerkers ons vaak dat ze zich zorgen maakten over de mogelijkheid dat ze cliënten zouden kunnen besmetten. In die zin hebben onze mensen wellicht meer mentale druk gevoeld dan normaal. Terugkijkend hebben onze medewerkers keihard gewerkt om infectie te voorkomen, gebruik makend van hun expertise, zowel op het werk als thuis.”

Heeft u in relatie tot de gemeenschap nog problemen ondervonden of ontdekkingen gedaan?

“Sinds de corona-uitbraak is er veel veranderd in de evenementen waaraan onze verpleeghuisbewoners deelnemen, zoals boccia wedstrijden (een soort jeu de boules, red.), hardloopevenementen en bijeenkomsten voor mensen met dementie. Maar als organisatie blijven we nauw samenwerken met de buurtvereniging, inclusief het samen houden van rampenoefeningen en het schoon houden van parken. Dus ik denk dat we de relatie met de gemeenschap in stand kunnen houden en tegelijkertijd maatregelen nemen om infectie te voorkomen. Terwijl wij proberen een nieuwe manier van leven op te bouwen die naast COVID-19 kan bestaan, hebben de gemeente en enkele vrijwilligersgroepen bijna al hun activiteiten moeten staken. Voorlopig is het contact met deze groepen daardoor gestopt.”

Hoe zit het met het gebruik van Zoom en smartphones, om verbonden te blijven met de gemeenschap?

“Sinds corona zijn de sociale bijeenkomsten voor ouderen uit de gemeenschap opgeschort. Sommige deelnemers van in de zeventig wisselen nu ideeën en meningen uit via de LINE-app, een beetje zoals videobellen. Ook hebben we de bijeenkomsten voor een beperkt aantal deelnemers hervat.”

Hebben buurtbewoners kritiek geuit dat u activiteiten bent blijven organiseren terwijl zij zich aan de maatregelen moesten houden?

“Nee, helemaal niet. De activiteiten die we vroeger in de gemeenschap organiseerden buiten onze accommodatie, hebben we nu naar binnen verplaatst. Daarom hebben we nooit kritiek of klachten ontvangen. Sterker nog, veel mensen hebben ons gecomplimenteerd met onze ontspannen aanpak.”

Hoe werkt u nu samen met de vrijwilligers die vroeger naar het verpleeghuis kwamen?

“Over het algemeen laten we nu geen vrijwilligers binnen. Iemand stelde voor dat we via Zoom misschien contact met vrijwilligers zouden kunnen hebben. Maar we hebben besloten dat niet te doen, omdat de meeste van onze bewoners ernstig dement zijn en het voor hen te moeilijk zou zijn om online een gesprek te voeren. Sommige vrijwilligers hebben ons gevraagd: ‘Kunnen we binnenkort opnieuw starten? We willen graag die en die activiteiten doen.’ Maar om eerlijk te zijn, willen we voorlopig niet te veel mensen van buiten in ons huis hebben. Na een zorgvuldige afweging hebben we besloten dat familieleden wel onze accommodatie moeten kunnen bezoeken, maar de vrijwilligers niet.”

Heeft u binnen uw lokale netwerk van verpleeghuizen contact gehad over het beleid voor familiebezoek of andere informatie met elkaar gedeeld?

“Er zijn 21 verpleeghuizen in de stad Machida en het netwerk komt onregelmatig bijeen. Ik weet niet zeker wat ze bespreken tijdens de netwerkbijeenkomsten, maar ik heb telefoontjes gekregen van andere huizen met de vraag hoe wij met de situatie omgaan. In die zin is er wel samenwerking. Wat betreft het netwerk van zorgmanagers: we hebben het proces om toestemming van familieleden te verkrijgen, met elkaar gedeeld. Dat hebben we vervolgens weer gedeeld met het netwerk van de dagbesteding en daarna met andere onderdelen binnen onze organisatie. We hebben ook afspraken gemaakt met een andere zorgorganisatie, dat de één de bewoners van de ander kan overnemen in het geval er een coronabesmetting zou worden aangetroffen en we de zorgverlening moeten stopzetten. We hebben ook bij een andere dagbesteding geïnformeerd of ze eventueel plaatsen beschikbaar hadden. Het lijkt er wel op dat elk verpleeghuis een ander beleid heeft en anders omgaat met deze uitdaging. Het verpleeghuis hier om de hoek liet helemaal geen bezoekers meer toe. Het hangt er allemaal af van hoe de betreffende organisatie de situatie inschat.”

Kazuhiro is in september 2020 geïnterviewd. Zijn verhaal is ingezonden door International Longevity Center (ILC) Japan国際長寿センター, lid van de ILC Global Alliance, een internationale federatie die onderzoek doet naar en zich sterk maakt voor de vitaliteit, maatschappelijke en economische positie van ouderen. ILC wordt in Nederland vertegenwoordigd door Leyden Academy.

To read Kazuhiro’s story in English, please click here.