Johanna (81) uit Nieuwegein, woont alleen
Geïsoleerd
Ik ben 81 jaar oud en al dertig jaar weduwe. Mijn man overleed toen ik 51 jaar was en sindsdien ben ik alleen. Wij hebben geen kinderen kunnen krijgen, dus het ontbreekt mij aan kinderen en kleinkinderen. Met familie heb ik weinig contact. Ondanks dat ik de afgelopen dertig jaar alleen ben geweest, heb ik mij nog nooit zo geïsoleerd gevoeld als de laatste drie maanden. De anderhalve meter regel en het verbod op bezoek raken mij hard.
Huishoudelijke hulp
Door de afwezigheid van kinderen heb ik mij altijd op mijn werk gefocust. Vanaf mijn zestiende werkte ik op kantoor als financieel economisch medewerker bij een bedrijf. Ik ben nooit echt een huisvrouw geweest, dus toen ik met de VUT ging heb ik een huishoudelijke hulp ingeschakeld. Zij komt nu al jaren bij mij over de vloer en is daarmee een vriendin geworden.
Ouderdom
Ik heb op dit moment eigenlijk geen hobby’s meer. Naarmate je ouder wordt, moet je steeds meer inleveren. Ik deed aan tuinieren en volksdansen, maar ook fietsen vond ik heel fijn. Nu ben ik na een kwartier wandelen moe. Het lichaam is dan gewoon op. Ik zie er nog goed uit, maar ik kan mensen niet meer wijsmaken dat ik dingen niet meer kan.
Het houdt niet op
Zelfs nu verruiming voor jongeren, feesten, voetbal en andere evenementen is aangekondigd of aangekondigd lijkt te worden, blijft de anderhalve meter regel gehandhaafd. Er is zelfs op het nieuws geweest dat er een wet komt om de huidige maatregelen vast te leggen. Dat betekent dat de regels nog voor het hele verdere jaar blijven gelden.
Straf
Een prille relatie die begon vóór de crisis is door de regels ten dode opgeschreven. Hoe kan je een relatie in stand houden zonder menselijk contact, die ook nog qua afstand ver is? Het leven is nu een straf. Waarvoor leef je eigenlijk nog? Ik vorm met niemand een huishouden, dus de anderhalve meter regel beneemt mij mijn vrijheid.
Afvalputje
Dat bij een keuze de zorg voor ouderen op de laatste plaats komt en de jongeren voor gaan omdat zij nog weinig van het leven hebben genoten, vind ik vervelend. Wij ouderen staan aan de rand van het afvalputje en met één veeg worden we straks afgevoerd.