Krijg ik corona, dan is er geen man overboord

 Job (84) uit Zuid-Beijerland, gepensioneerd en alleenwonend

Op zee

Ik hou iedereen voor alle zekerheid even op afstand. Dat is niet leuk natuurlijk, maar het moet. Tijdens mijn werkende leven ben ik eraan gewend geraakt om alleen te zijn. Ik heb altijd op zee gezeten. In het begin als leerling-matroos, uiteindelijk als eerste stuurman. Het verre oosten, Nieuw-Zeeland, India, Afrika, Zuid-Amerika. Ooit was ik zo lang weg dat ik bij terugkomst mijn eigen vrouw niet eens herkende, haha! De communicatiemiddelen van nu had je toen niet. Als je ergens aan land ging, kon je na een hoop gedoe bellen. Dat was het dan. Buiten werktijd verbleef ik in mijn hut en sprak ik niemand. Dat leek wel een beetje op hoe ik er nu bij zit.

Geen bezoek

Als ik echt wil, zou ik misschien visite kunnen ontvangen. Maar het lijkt me lastig om die anderhalve meter aan te houden met meerdere mensen in huis. Wil je een drankje aanbieden, dan moet je toch voor iemand langs. Daarom nodig ik maar even niemand uit. Ook mijn dochters niet. Het risico is te groot. Bang ben ik niet, hoor. Krijg ik corona, dan is er geen man overboord. Ik heb een mooi leven gehad. Maar ik ben wel voorzichtig. Dus zei ik tegen mijn dochters: Het is beter dat jullie een tijdje niet op bezoek komen, anders breng je straks het virus mee en word ik ziek. Nu spreek ik mijn kinderen en kleinkinderen via WhatsApp. Ook bel ik soms een bekende.

Shantykoor

Dat contact is belangrijk, anders vereenzaam je. Alles ligt stil. Nadat mijn vrouw overleed, twee jaar geleden, had ik me juist bij allerlei verenigingen aangemeld. Daardoor was ik helemaal in het sociale leven ingebed geraakt en had ik een hoop mensen leren kennen. Ik belde geregeld om te vragen hoe het met iedereen ging of ging op koffievisite. Alleen maar gezellig. Ook bracht ik mensen die slecht ter been zijn, met mijn auto naar de kerk of naar de soos. En sinds 2015 zit ik bij een shantykoor, dat vind ik misschien wel het leukst. Maar het is nu allemaal even afgelopen.

Kist bier halen

Een jongedame van het koor doet twee keer in de week boodschappen voor me. Dat is heel fijn. Alleen toen ik laatst een kist bier wilde kopen, ben ik die zelf gaan halen. Ik dacht: Daar kan ik haar niet mee laten sjouwen. Toen mijn dochter dat achteraf hoorde, vroeg ze of ik de handgrepen van het winkelwagentje wel had schoongemaakt. Daar kan ook corona op zitten, zei ze. Verdikkeme, dacht ik, had ik dat maar geweten. Dus dat doe ik voorlopig ook niet meer.

Weekend vieren

Vanochtend heb ik bij de viskraam wel kibbeling gekocht, voor bij de borrel. Het is weer weekend en dat moet je vieren. Dus vanavond zit ik lekker op mijn gemak met een glaasje whisky en een biertje. Als zeeman kwam ik weleens in Mexico. Daar had je bier van het merk Corona. Ik vond dat niks, want het was veel te licht. Net water. Maar nou wil ik het zéker nooit meer drinken, haha!

Vooruit kijken

Waar ik het meest naar uitkijk als dit allemaal achter de rug is? Dat we weer op pad kunnen met het shantykoor. Niet zozeer voor mezelf, maar voor de mensen in de verzorgingstehuizen waar we komen. Als je ziet wat een plezier die mensen hebben van zo’n optreden! Tot dan maak ik er binnen maar het beste van. Je moet zo veel mogelijk de zonnige kant zien, vind ik. Voor je het weet is het augustus, september en mogen we misschien al naar buiten. Weliswaar nog met anderhalve meter afstand, maar dan kunnen we in elk geval weer een beetje vooruit kijken.