Naarmate je ouder wordt, kan je ook met mentale tegenslagen beter omgaan

Jacoba (104) uit Voorschoten, weduwe, woont in een aanleunwoning

Restaurant gesloten

Een maand geleden stond ik ineens voor een dicht restaurant. Ik woon in een aanleunwoning en beneden is een restaurant, waar ik normaal gesproken eet. Wat er precies aan de hand was, wist ik op dat moment niet. Mijn dochter vertelde me over het virus. Zelf kan ik geen eten maken, omdat het moeilijk is om pakjes te openen. Dat was dus wel erg lastig. Mijn dochter en kleindochter hebben me geholpen om mensen te vinden die het eten voor me kunnen regelen. Daardoor zijn er nu drie meisjes die om en om naar me toe komen om te koken. Dat is gelukkig erg gezellig!

Stille parkeerplaats

Gelukkig mogen er bij mij nog mensen op bezoek komen, omdat ik niet in een verpleeghuis woon. Maar toch merk ik wel verschil. Het is erg stil hier op de gang, mensen blijven thuis en gaan niet meer naar buiten. Ook komen mensen zoals kappers en schoonheidsspecialistes niet meer bij me over de vloer. Ik heb uitzicht op een parkeerplaats, daar zie ik ook minder mensen. Dat is wel stil hoor! Af en toe ga ik wel met mijn rollator naar de buurvrouw toe, dat is een leuke vrouw om mee te praten.

Spaanse griep

Ik ben geboren in 1915. Toen ik een jaar of drie was, meer dan honderd jaar geleden, was er ook al zo’n virus: de Spaanse griep. Ik kan het me niet meer echt herinneren, want ik was nog te jong. Maar ik weet nog wel dat er veel mensen overleden. Zo zijn er al drie mensen in één gezin gestorven bij ons in de buurt.

De oudste van zeven

Toen ik 25 was, brak in Nederland de Tweede Wereldoorlog uit. In dat jaar zijn mijn beide ouders binnen drie maanden overleden aan kanker. Ik bleef alleen over met mijn drie broertjes en drie zusjes. Ik ben de oudste en moest mijn zes broertjes en zusjes zelf opvoeden. Eerst op de boot van mijn ouders, maar later in een huis. Ik ben de enige van die generatie die nog leeft. Ook alle partners van mijn broertjes en zusjes zijn er niet meer.

Onzekerheid

Mijn zoon woont in Atlanta, in Amerika. Hij wordt volgende week 66 en heeft kanker. Hier heb ik het erg moeilijk mee, want ik weet niet wanneer ik hem weer kan zien. Ik spreek hem af en toe wel via FaceTime, maar het zou fijn zijn om hem weer snel te zien. Inmiddels ben ik natuurlijk al 104! Ik heb ook een dochter, kleinkinderen en achterkleinkinderen. Mijn dochter zie ik af en toe wel, maar die woont in het oosten van het land en voor haar is het ook lastig om naar mij toe te komen. Mijn kleinkinderen hebben zelf geen auto en zitten ook in quarantaine. Mede door ziekte durven zij niet met het openbaar vervoer te reizen. Het is dus ook de vraag wanneer ik hen weer ga zien. Ik ben stapelgek op mijn achterkleinkinderen, die zijn nog jong. Maar ook die kan ik dus nu niet zien.

Schouders eronder

Ik heb heel veel meegemaakt in mijn leven en uiteraard ook alles overleefd. Het is wel moeilijk om de laatste te zijn van mijn generatie die nog leeft. Ik heb een paar jaar geleden een fikse longontsteking gehad, maar ook dat kan mij niet klein krijgen. Naarmate je ouder wordt, kan je ook met mentale tegenslagen beter omgaan. Ik laat me niet zomaar uit het veld slaan, ik zeg ook altijd maar: schouders eronder en verder gaan!