Kijk om naar de mensen in de zorg en ga achter ze staan

Ineke (38) uit Oegstgeest, teamleider bij zorgorganisatie Topaz, locatie Zuydtwijck

Improviseren

De eerste en de tweede golf zijn op meerdere fronten verschillend van elkaar. In de eerste golf waren we in ‘crisis modus’. We stonden klaar voor wat ons te wachten stond, maar er kwam geen corona. Nu hebben we wel corona in huis. Er zijn geen onzekerheden over de beschermingsmiddelen, we hebben genoeg en de richtlijnen over gebruik zijn heel duidelijk. Hoewel we wisten wat we konden verwachten en alles hadden voorbereid, merkten we dat er in de uitvoering, afhankelijk van het moment, de situatie en de locatie, vaak toch dingen anders moesten worden gedaan. We moesten vooral in het begin van het cohort veel improviseren. Anders dan in een ziekenhuis hebben wij geen standaard faciliteiten om in isolatie te gaan. Ook zaten we toen de besmettingen begonnen in een verbouwing van de huiskamers van de bewoners, wat om improvisatie vroeg.

‘In-cohort’ gaan

Omdat corona al overdraagbaar is voordat er sprake is van klachten, kiezen we er binnen Topaz bewust voor om besmette bewoners niet naar een aparte cohort-afdeling te verplaatsen. Ook de mentale kwetsbaarheid van onze bewoners speelt in deze beslissing een belangrijke rol. Een verhuizing geeft voor mensen met dementie zoveel onrust dat wij het voor hen belangrijk vinden dat ze, ondanks een coronabesmetting, op hun vertrouwde plek kunnen blijven. De eerste twee besmette bewoners van onze afdeling hebben op hun eigen kamer in isolatie gezeten. Toen nummer drie zich aandiende, zijn we ‘in cohort’ gegaan. Dit betekent dat je ervan uitgaat dat alle bewoners van de afdeling besmet kunnen zijn en dat je met z’n allen in isolatie gaat. Op een afdeling in isolatie werken alle medewerkers volledig beschermd (met handschoenen, mondneusmasker, jas en bril) en kunnen bewoners met corona zich vrijer bewegen.

Lichamelijk zwaar

Op het moment dat je de afdeling op gaat, moet je jezelf volledig beschermen. Waar kleed je je dan om? En waar laat je je tas? Als medewerkers wat willen drinken, dan moeten ze naar een aparte ruimte waar ze hun mondmasker af kunnen doen. Het is lichamelijk zwaar om in isolatie te werken. Aan de ene kant is pauze nemen lastiger, dus dat doen ze daarom minder. En aan de andere kant is de beschermende kleding warm. Je ziet de medewerkers zweten. Het continu door een mondmasker ademen is ook pittig. Dat maakt dat ik me wel zorgen maak om de medewerkers.

Angst en onrust

Omdat we onze huiskamers niet van elkaar kunnen afsluiten, kregen we een groot cohort. Dit betekende dat 46 bewoners het risico liepen om ziek te worden door de al aanwezige besmettingen. Mijn collega teamleider en ik hadden ons dit al eerder gerealiseerd, maar onze medewerkers schrokken heel erg. Corona is immers een ziekte waar veel ouderen, waaraan onze medewerkers gehecht zijn geraakt, kunnen komen te overlijden. Daarnaast hebben medewerkers ook hun eigen thuissituatie waar ze zich zorgen om maken. We zijn nu bijna zeven weken onderweg en een deel van de bewoners van de afdeling is besmet geraakt. Ook zijn er mensen overleden, wat erg verdrietig is, maar we zien gelukkig ook dat veel bewoners opknappen. Dit is een positief signaal voor de medewerkers en geeft meer rust in het team.

Het gewone leven gaat door

De sfeer op de afdeling is goed. De medewerkers proberen er echt iets leuks van te maken. We hebben een nieuwe keuken, dus er wordt veel gekookt en gebakken. Er wordt creatief gezocht naar het aanbieden van activiteiten. Zo zijn er via beeldverbindingen beweeg- en andere activiteiten. Ook zorgt de activiteitenbegeleiding regelmatig voor een goed gevulde activiteitenkar, met iedere keer andere spullen die de medewerkers op de afdeling kunnen gebruiken om activiteiten te doen. Van alles wat gedaan wordt, worden veel foto’s gemaakt: om elkaar te prikkelen, dingen te delen op ons intranet en om met familie te delen via Familienet. De focus op kwaliteit van leven is er nog steeds.

Bezoek

Iets anders wat belangrijk was, was het opstarten van de bezoekregeling. Dit hebben we nauwkeurig moeten organiseren, omdat familie goed begeleid moet worden in het in beschermende kleding op bezoek komen. De bezoekregeling staat en iedere bewoner kan twee keer per week bezoek ontvangen.

Blauwe pakken

Daarnaast zijn de medewerkers heel betrokken naar elkaar, ze zorgen voor elkaar, draaien indien nodig extra diensten. Het leven van bewoners gaat dus voor een groot deel door zoals altijd, alleen nu lopen er mensen in blauwe pakken om hen heen. Het is bijzonder om te zien hoe snel de bewoners eraan gewend waren. Ik was bang dat de isolatiepakken zouden zorgen voor afstand, angst en onrust onder de bewoners, maar dit valt erg mee. Bewoners kijken naar de ogen of de haren van de medewerkers voor herkenning. Soms voelen ze ook aan de haren voor contact. Ik heb heel erg het gevoel dat de bewoners weten dat de mensen in de blauwe pakken mensen zijn die ze kennen. Zowel de medewerkers als hun naasten.

Veiligheid versus kwaliteit van leven

De tweede golf gaat veel minder over inhoudelijke dilemma’s dan de eerste golf, simpelweg omdat er meer mogelijk is. Daarentegen zijn er, door de besmetting, wel een heleboel regels en protocollen waar we ons aan moeten houden. In het verpleeghuis ben je constant bezig met het wegen van de veiligheid versus de kwaliteit van leven van bewoners. Door corona kunnen we vaak niets anders doen dan kiezen voor veiligheid, terwijl in mijn eigen overwegingen bijna altijd kwaliteit van leven de bovenhand heeft. Ik vind dat moeilijk. Neem nou vorige week, met het mooie herfstweer: als de vraag was gekomen of bewoners naar buiten mochten, dan had ik het heel erg moeilijk gevonden om nee te zeggen. Daarom ben ik zo blij dat de medewerkers er alles aan doen om bewoners de kwaliteit van leven te bieden die hen toekomt, binnen de mogelijkheden die er zijn.

Sociale steun

In het voorjaar was de hele wereld gefocust op de zorg. We kregen ontzettend veel aandacht en waardering. Bossen bloemen en taarten werden bezorgd, we kregen tekeningen en kaarten. Er waren veel initiatieven om de zorg een hart onder de riem te steken. Nu is er veel minder publieke aandacht. Daarnaast hoor ik van medewerkers dat ze soms minder sociale contacten hebben. Familie en vrienden gaan hen uit de weg omdat ze op een afdeling werken waar corona heerst. Ze voelen zich bijna een paria. Terwijl onze medewerkers op onze afdeling in alle beschermende kleding feitelijk veiliger zijn dan in de supermarkt!

Kijk om naar een ander

Laatst las ik een bericht op Facebook waarin het sociale aspect van de omgang met de coronamaatregelen aan de orde werd gesteld. Het kabinet kondigt maatregelen aan en geeft aan dat we het met elkaar moeten doen, maar nergens worden tips gegeven hoe we samen door deze lastige tijd heen moeten komen. Hoe kun je naar elkaar omzien? Of hoe kun je voor iemand van betekenis zijn? Er wordt gezegd: “draag een mondkapje”, maar niet: “vraag je buurvrouw die in de zorg werkt eens hoe het gaat”. Dat is mijn oproep aan de maatschappij: kijk om naar een ander, kijk om naar de mensen in de zorg en ga achter ze staan. Met steun van eenieder, op welk niveau dan ook, wordt de coronatijd in het verpleeghuis een stukje mooier.