Ik vond het lastig om het ziekenhuis te bellen

Anne (80) uit Oudemirdum, thuiswonend met echtgenoot

Boppeslag

‘Raad eens wat voor verrassing ik bij me heb?’ zo kwam mijn man gister opgewekt thuis. Ik had geen idee… Hij doet nog steeds boodschappen. We gaan zelden meer met z’n tweeën naar de winkels. En om nu te gaan bestellen? Het kan wel hoor, maar even eruit is ook fijn. Gister kwam hij dus onverwacht met asperges thuis. Precies een portie voor twee. Nou dat was een ‘boppeslag’. We hebben ze heerlijk klaargemaakt met zilvervliesrijst, omelet en tomatensla. We hebben echt gesmuld samen. Het grappige is, normaal hebben ze dat soort specialiteiten zelden in Oudemirdum. Dan moeten we naar een biologische boer. Ik denk dat mensen nu meer boodschappen doen in het dorp en ze dus meer van dit soort groenten kunnen verkopen. Een geluk bij een ongeluk.

Midden op de dag wandelen

We houden van wandelen en doen dat bijna dagelijks. Liefst in de bossen of bij het IJsselmeer. Nu kiezen we voor een rustig moment op de dag waarop de kans minder groot is dat je mensen tegenkomt. Tussen de middag is ideaal. Als je iemand ziet, knik je even en maak je een praatje met de nodige afstand. Dat soort contact is ook heel belangrijk. Vandaag woei er een koude wind en hebben we een rustdag ingelast. We hebben een ommetje gemaakt door de eigen tuin. Die is zo weelderig met narcissen, speenkruid, hyacinten, tulpjes. Dan scharrelen we wat samen en praten over welke plantjes waar nog meer tot zijn recht zouden komen. Verder lezen we de krant, luisteren naar Bach en kijken ’s avonds televisie. Zag je gister operazanger Ernst Daniël Smid bij Hiphop Stars? Hij heeft Parkinson en maakte een rap over gezien worden als mens. Ontroerend.

5000 stappen is teveel

Ik heb nu een stappenteller. Dat vind ik wel leuk, om dat bij te houden. Ik liep op een gegeven moment 4000 stappen. En toen ben ik een beetje mijn best gaan doen en haalde ik 4500. Ik dacht nou mooi, dan ga ik nu voor de 5000. Tsja, dat was dus teveel. Daarmee ging ik over mijn grens. Dat kan niet meer. Ik wil wel. Maar het lukt niet. Dan voel ik me niet goed. Ik wil nog doen wat ik altijd deed voor die hartklachten. Maar dat gaat dus niet meer. Dat accepteren is voor mij best moeilijk.

Ziekenhuis belde terug

Ik heb toch wel bijna dagelijks last van mijn hart. Dan slaat het een beetje op hol en is onregelmatig, en dan voel ik een soort kramp van binnen bij mijn hart en buik. Daar heb ik wel wat voor hoor. Maar ik vertrouw het toch niet helemaal. Nu vond ik het lastig om te gaan bellen. Ze hebben met de corona wel andere dingen aan hun hoofd in het ziekenhuis. Maar goed, ik heb het toch maar geprobeerd en uitgelegd waar ik me zorgen over maak. De verpleegkundige luisterde goed. Ze adviseerde om elke dag een half tabletje te nemen voor die hartritmestoornissen. Ik ben niet zo van de pillen maar goed… Ik belde op dinsdag en op donderdag belde ze me terug. Hoe het met me was. Dat vond ik bijzonder in deze tijden. Ze nemen het serieus. Dat is fijn om te merken.

Wel en wee

Mijn broer en zijn vrouw vragen ons soms te eten. Dat is altijd erg gezellig, maar we gaan nu niet bij familie op bezoek. Dat risico willen we niet nemen. We zijn beiden kwetsbaar. Dus zien we niet veel mensen. Van de week kregen we een hele mooie ansichtkaart van de kleinkinderen met negen schattige fotootjes. Daar geniet ik van! En we bellen en worden gebeld. Verder ben ik actief op Facebook en in de WhatsApp-groepen met het gezin en de familie. De foto’s, liedjes, grapjes en berichten houden je op de hoogte van ieders wel en wee. Met mijn broer deel ik iedere dag via de app een sudoku uit de krant en met mijn zoon doe ik Wordfeud. Ik ben heel blij met de iPad. Die nieuwe vormen van communicatie zijn belangrijk op dit soorten momenten.