Harumi (89) uit West-Tokyo (Japan), weduwe, woont in een verpleeghuis
Coronavrije omgeving
De instelling hier heeft goed voor me gezorgd en ze hebben al sinds het begin van de COVID-pandemie hun voorzorgsmaatregelen getroffen. Ze hadden al vroeg in de gaten wat de bijzondere risico’s waren van het coronavirus. Ze vertelden ons over het virus en hoe gemakkelijk het zich kon verspreiden, en ze hebben zo hard gewerkt om een coronavrije omgeving voor ons te garanderen. Ze hebben me doen beseffen hoe eng corona kan zijn. Maar ik heb me de afgelopen maanden niet al teveel zorgen gemaakt, en me getroost met de gedachte dat de crisis voorbij zal zijn als we ons maar aan de voorzorgsmaatregelen houden. We hebben de afgelopen maanden gedaan wat we konden om besmettingen te vermijden. We houden ons aan de richtlijnen van de instelling en ik heb mijn best gedaan om te voorkomen dat ik hier de eerste COVID-patiënt word.
Fit blijven
Ik vermijd niet-essentiële uitstapjes. Ik ben ook heel voorzichtig in het contact met andere mensen. De instelling is heel zorgzaam, ze bieden hulp aan met het boodschappen doen en dat soort dingen. Dus ik heb niet echt problemen gehad. Ik bof maar. Omdat ik het grootste deel van de tijd in mijn kamer moest doorbrengen, begon ik me wel wat zorgen te maken over mijn lichamelijke gesteldheid. Maar nu organiseert de instelling zeven keer per maand een oefenprogramma onder leiding van een instructeur. Over mijn fitheid hoef ik me dus ook geen zorgen meer te maken. Het is waar dat ons dagelijks leven door corona is beperkt, maar ik heb het naar omstandigheden best naar mijn zin.
Naar de winkel
Vóór de coronacrisis waren we vrij om te kiezen wat we graag wilden eten. Ik heb hier zo’n maaltijdprogramma, dus zorgen ze voor drie maaltijden per dag. Maar als we iets anders willen eten dan kunnen we dat aangeven. Omdat we vanwege corona niet naar buiten mogen, gaan medewerkers van de instelling voor ons winkelen. Dat is heel aardig. Ze zorgen zo goed voor ons. Sinds september ongeveer, brengen ze ons ook eens per maand naar de winkel toe en naar de bank, als dat nodig is. Dat is heel goed geregeld.
Kaartjes en telefoontjes
Mijn dochter woont hier best ver vandaan. Ik vertelde haar dat het personeel voor me zou gaan winkelen als ik vanwege corona de deur niet meer uit kon. Ze stuurt me af en toe geld en mijn lievelingseten. Ik heb drie kleinkinderen, ze zijn allemaal in de dertig en veertig. Ze kwamen twee of drie keer per maand bij me langs om me te helpen met de boodschappen. Maar ze komen nu niet meer, ze zeggen: “Jongere mensen zoals wij kunnen drager zijn van het virus zonder dat we het weten. Dus tenzij je ons echt nodig hebt, komen we je een tijdje niet bezoeken.” In plaats daarvan sturen ze me nu kaartjes. Ik zie mijn familie dus maar weinig. Wel bellen ze me vaak en ze laten me weten hoe het met ze gaat. Ik heb de afgelopen zes maanden dus geen reden gehad om te klagen dat ik ze niet kon zien. Daar ben ik dankbaar voor.
We moeten het samen doen
Ik denk dat het echt belangrijk is, vooral nu, dat we via de televisie en andere media volgen wat er in de samenleving gebeurt. En ik hoop dat mensen over de hele wereld gaan samenwerken om corona te overwinnen. Japan en al die andere landen kunnen zelf wel hard hun best doen, maar onze inspanningen hebben pas effect als corona uit de hele wereld verdwijnt. Dus ik hoop dat iedereen over de hele wereld hier samen aan zullen werken.
Harumi is op 24 september 2020 geïnterviewd. Haar verhaal is ingezonden door International Longevity Center (ILC) Japan – 国際長寿センター, lid van de ILC Global Alliance, een internationale federatie die onderzoek doet naar en zich sterk maakt voor de vitaliteit, maatschappelijke en economische positie van ouderen. ILC wordt in Nederland vertegenwoordigd door Leyden Academy.
To read Harumi’s story in English, please click here.