Vanuit Turkije via Brabant in Den Haag

Fatos (49) uit Den Haag, getrouwd, mantelzorger.

Het verzorgingshuis waar papa nu woont, is zijn derde huis. Hij woont op een gesloten afdeling. Een afdeling met alleen mensen met dementie. In die zin zijn het allemaal soortgenoten van elkaar. Het grote verschil is dat hij de enige is met een migratie achtergrond en na het overlijden van zijn buurman, ook de enige man. Hij woont hier nu drie jaar. Afgelopen december stopte papa met eten en kregen mijn broers en ik het advies de begrafenis voor te bereiden. We hebben er toen voor gezorgd dat er iedere dag iemand papa ging helpen met eten. Papa knapte op, hij leeft.

Lockdown

Papa zit nu zes weken binnen. Ik breng salades met olijfjes en probeer via de zorg contact met hem te krijgen. Dat is moeilijk. Ook de manier waarop het vanuit de organisatie is geregeld, vind ik moeilijk. Dat gaat via brieven en mails. Het is jammer dat ze ons niet bellen, dan kunnen we reageren en van gedachten wisselen.

Eerst kwam er de halve lockdown: niet in de huiskamer komen, niet met te veel mensen op de kamer en handen wassen. Een paar dagen later kregen we een mail: totale lockdown. Ik baalde. We hoorden verder helemaal niets, niets! Ik voel me machteloos: hoe gaat het met papa? Eet hij nu wij er niet meer zijn ook goed? Heeft hij schone kleren aan, wie knipt zijn nagels? Je smacht naar antwoorden op deze vragen. Op LinkedIn zag ik allemaal mooie voorbeelden en initiatieven voorbijkomen voor de ouderenzorg, ik heb de zorgorganisatie getagd. Vrijwel direct werd ik gebeld en is mij verteld dat ze bezig zijn met beeldbellen. Ik krijg nu ook op mijn verzoek een keer per week een verslagje.

Beeldbellen

In eerste instantie probeerde ik via de privé-telefoon van de EVV-er te bellen, maar toen het de volgende dag zover was, lag haar telefoon nog thuis. Een dag later zouden we het opnieuw proberen. Helaas, de batterij van haar telefoon was leeg. Een collega werd gevraagd, maar bleek geen internet te hebben. Als het door techniek misgaat is het niet erg, maar het lijkt erop dat het hier ook misging door menselijk handelen. Dan voel je je afgepoeierd. Dat is niet leuk. Ik voel me een zeikwijf, terwijl ik zo ontzettend mijn best probeer te doen en ook altijd aan de zorg vraag hoe het met hen gaat. Ik wil aangehaakt blijven, dit samen doen met begrip voor iedereen.

Inmiddels is het gelukt en zie ik papa. Dat doet me meer zeer dan ik dacht, hij kijkt zo door me heen en reageert bijna niet. Ik ben verrukt als hij wel vrolijk is en probeert te ‘praten’. Na twee weken, heb ik gevraagd eens per week te beeldbellen. Papa snapt het allemaal niet en bovendien weet ik ook niet of we op ‘zijn beste moment’ van de dag bellen. Ik snak naar meer contact met hem, maar of beeldbellen dat is betwijfel ik. Ik zie uit naar de dag dat we weer in de zon pannenkoeken kunnen gaan eten en wandelen samen. Ik ben meer dan ooit dankbaar voor de goede verzorgers die er zijn voor hem.

Mijn emoties

De laatste keer beeldbellen vroeg ik aan de verzorgende: ‘Wil je papa een aai over zijn gezicht geven?’ Ze deed het (zonder handschoenen). Ik brak. Ik wilde het liefst door de telefoon klimmen en hem zelf een aai geven. Verdriet voelen kost ook energie, dat vergeten we wel eens. Gelukkig heb ik genoeg afleiding: mijn werk voor migrantenouderen, onze tuin die ik vul met plantjes, ik haak, lees, wandel over het strand, bel vrienden en geniet enorm van het eten dat mijn man die er altijd maar weer voor mij is, maakt.

Mijn hoofd begrijpt het echt allemaal wel, maar mijn hart doet zeer. Er lijkt weinig tijd en aandacht over te zijn voor mantelzorgers. Dan lees ik weer dat er een Zorgladder is of onderzoek wordt gedaan en dan denk ik: ‘Wat heb ik daaraan?’ het is allemaal zo rationeel. Het gevoel, de compassie mis ik. Wat ik zie zijn maatregelen. In Nederland doen we veel met het hoofd, er is weinig aandacht voor het hart.

Andere mantelzorgers

Er zijn heel veel mantelzorgers in een soortgelijke situatie. Ik neem geen contact met anderen op, maar anderen wel met mij. Ze reageren op mijn verhaal en herkennen zich daarin. Dat zijn met name Turkse mensen. Mijn blog ‘dagboek van een mantelzorger’ wordt gedeeld op Mantelzorgelijk. Zij zijn heel goed bezig en maken veel tamtam. Ook deel ik berichten op sociale media, mensen reageren daarop. Zelf heb ik op dit moment helaas niet veel te geven.

Tenslotte

Ik werk aan veel mee om mijn verhaal te delen. Ik verschijn in tv-programma’s, laat me interviewen voor de krant en nu ook voor dit platform. Het praten over de situatie doet mij goed, het heelt mij, ik moet iets doen. Helaas heb ik tot op heden nog nooit het idee gehad dat ik serieus word genomen door bestuurders, politici en onderzoekers. En papa? Ik ben blij dat hij het allemaal niet meer snapt en ben super trots op hem. Mijn sterke papa, die er altijd het beste van maakt en zich aanpast aan de omstandigheden.