Erna (62) uit Ede, werkt bij de Belastingdienst
Mensen persoonlijk helpen
Sinds het begin van de coronacrisis werk ik thuis. Normaal gesproken bestaat mijn werk bij de Belastingdienst uit veel persoonlijk contact, aan de balie en in spreekkamers. Het gaat dan om persoonlijke dienstverlening aan iedereen die daar behoefte aan heeft. Vaak gaat het dan om ouderen, laaggeletterden en mensen die geen computer hebben. Dat zijn de mensen die je eigenlijk niet goed op afstand kunt helpen en die er zelf ook niet digitaal of telefonisch uitkomen. Ik heb juist gekozen voor deze functie om direct contact te kunnen hebben en mensen persoonlijk te kunnen helpen, dat is eigenlijk wat mijn werk leuk en zinvol maakt. Thuiswerken was dus wennen, er was eerst ook niet zoveel werk wat ik kon doen vanaf huis en ik voelde me niet echt nuttig.
Blij met een praatje
Inmiddels is dat wel verbeterd. Zo hebben we altijd een campagne waarbij mensen op kantoor persoonlijke hulp bij hun belastingaangifte kunnen krijgen. Deze mensen kunnen nu niet naar het kantoor komen. Maar we zijn creatief, zo bellen we nu zelf mensen die we eerder persoonlijk hebben geholpen en waarvan we denken dat we ze misschien ook telefonisch kunnen helpen. Sommigen maken daar graag gebruik van, anderen zien dat niet zitten: voor hen regelen we dan een paar maanden uitstel. Onder de mensen die ik spreek zijn veel ouderen, vaak spreek ik mensen van over de 80 en mensen die alleen zijn. Ik merk dat deze ouderen nu toch wel heel blij met een praatje zijn. Daarom maak ik óók bij een gesprek over een aangifte ruimte voor een klein sociaal gesprekje, even vragen hoe het gaat met iemand. Het is voor mij altijd al belangrijk om een gesprek een persoonlijk randje te geven, maar je merkt dat mensen daar juist nu extra behoefte aan hebben.
Geen twintig meer
Bij het thuiswerken merk ik wel dat ik geen twintig meer ben. Als ik een hele dag moet bellen dan moet ik echt af en toe even opstaan en lopen, want echt goed zit ik niet. Ook kost het me moeite om steeds naar een klein scherm te turen. Op kantoor hebben we extra grote beeldschermen voor alle informatie. Inmiddels kan ik af en toe naar kantoor als ik een hele dag mensen moet bellen, ik zit daar dan rustig in mijn eentje in een goede stoel met een groot scherm en dan kan ik veel prettiger werken. Vooral mijn ogen doet dat goed. Als ik op kantoor kom, merk ik dat de Belastingdienst zich al voorbereidt op de anderhalve-meter-samenleving. Straks als we weer mensen mogen ontvangen, dan kan dat veilig door bijvoorbeeld schermen in de spreekkamers.
Zeer grote impact
Inmiddels begint het tot me door te dringen dat de coronacrisis een zeer grote impact op de maatschappij heeft, veel groter dan eerst gedacht. Je hoort dat mensen na een ziekenhuisopname vaak nog maanden zullen moeten herstellen en zorg nodig hebben. Ik sta volop in de maatschappij en behoor niet tot een risicogroep, maar ik ben toch voorzichtig. Ik maak me ook wel zorgen, vooral om mensen die niet heel gezond zijn en de oudere mensen. Nu bel ik ook veel met mijn oude tantes. Die stellen dat erg op prijs heb ik gemerkt, ze zijn nu toch wel erg alleen. Als het weer kan, ga ik ze dan ook opzoeken.
Gitaarles op afstand
Ik pas regelmatig op mijn kleinkinderen. Mijn kinderen moeten doorwerken en ze hebben geen opvang, want dat is alleen voor vitale beroepen. Voor hen ben ik blij dat de scholen en opvang weer open gaan. Zelf vind ik dat ik ook niet mag klagen, ik ben gezond en heb een inkomen. Maar nu de beperkingen langer gaan duren, mis je toch wel net die activiteiten en sociale momenten die het leven wat leuker maken. Vorig jaar was ik nog mantelzorger voor mijn inmiddels overleden moeder en heb ik eigenlijk geen tijd gehad voor leuke dingen. Die zitten er dit jaar ook niet in, dat is wel jammer. Gelukkig heb ik momenten van ontspanning. Bijvoorbeeld bij mijn gitaarles op afstand, fijn dat zoiets mogelijk is!