Emi (87) uit Tokyo, weduwe, woont zelfstandig in een appartementencomplex
Iets terugdoen
Ik ging als vrijwilliger op bezoek bij ouderen met dementie. Toen werd er een beweeggroep gestart en ben ik daar vrijwilligerswerk gaan doen, twee tot drie keer per maand, van 10.00 uur tot 12.00 uur op zaterdag. Hoe zal ik het zeggen, dit voelt natuurlijk voor mij, vrijwilligerswerk doen. Ik ben al 87, oud genoeg om zelf hulp te ontvangen. Mijn moeder woonde in dit appartementencomplex tot ze ver in de negentig was en de gemeenschap zorgde goed voor haar. Ik heb die steun enorm gewaardeerd en wil graag iets terug doen. Zo ben ik met vrijwilligerswerk begonnen.
Geruststellende plek
Hoewel het vrijwilligerswerk nu is opgeschort, wil ik graag betrokken blijven zo gauw het weer begint. Ook is er een soort kliniek hier in het appartementencomplex. Ik ga er vaak heen. Die plek blijft zelfs tijdens de COVID-crisis open. Ik ga er langs om met mensen te praten en lezingen te volgen. Laatst organiseerden ze een bijeenkomst over zonnesteek, en een tv-station maakte er een reportage over. Ik kom graag bij de kliniek, ik vind het een geruststellende plek. Ik beveel het ook aan bij mijn buren. Als ze problemen hebben, is er daar iemand om mee te praten.
Wonen bij mijn dochter
Ik woon al alleen sinds het overlijden van mijn man, twaalf jaar geleden. Maar ik heb drie dochters. Ik ben ze zo dankbaar, zij zorgen voor me en steunen me tijdens de COVID-crisis. Dankzij hen gaat het goed met mij. Toen de lockdown begon, haalde mijn oudste dochter me op en bracht me naar haar huis. Ze maakte zich zorgen om mij. Ik ben meer dan een maand bij haar gebleven, hoog in de bergen in een naburige prefectuur. Het was er zo fijn en vredig dat ik corona bijna vergat. Maar aangezien ik in een appartement woon, zou de post zich opstapelen en dat zou mijn buren bezorgd maken. Dus toen heb ik aangegeven dat ik graag weer terug wilde naar mijn appartement, ook al wilde ze graag dat ik langer bij haar zou blijven.
‘COVID depressie’
Wat me wel verraste toen ik terugkwam, was dat mensen depressief werden, de ‘COVID-depressie’. Toen ik mijn buren belde, vertelden sommigen van hen dat ze al een maand de deur niet meer uit waren geweest. Dat is toch vreselijk? Zoiets heb ik nog nooit meegemaakt. Dus zei ik tegen mezelf dat ik sterk moest blijven. Ik blijf mezelf voorhouden om de strijd tegen corona nooit op te geven, terwijl ik een mondkapje draag en mijn handen ontsmet. Zelfs als ik moe ben, ga ik overdag niet slapen. Ik blijf liever tv kijken of een boek lezen.
Verse aardappelen
In mijn appartementencomplex zijn er op elke verdieping ongeveer 35 huishoudens. Tijdens de lockdown spraken we elkaar via de telefoon en zeiden we elkaar gedag als we elkaar tegenkwamen. Gisteren bracht een van mijn buren me wat aardappelen en vertelde me dat ze naar een boerderij was geweest en die aardappelen zelf had opgegraven. Het zijn zulke aardige mensen allemaal.
Tijd voor een smartphone
Ik heb ook een paar goede vrienden, we zijn met een groepje van vier, maar ze wonen ver weg. We bellen veel. Bijvoorbeeld over de kersenbloesem die we niet konden zien en hoe we aan huis zijn gekluisterd in dit hete zomerweer. Omdat we allemaal gezondheidsproblemen hebben, valt het niet mee. Oh, ik heb altijd zo’n uitklapbare mobiele telefoon gebruikt. Maar toen we met groep bij elkaar kwamen, vertelden ze me hoe we online vergaderingen konden houden met smartphones. Dus toen zei ik dat ik ook zou overstappen op een smartphone, en dat vonden ze een geweldig idee. Mijn dochter heeft beloofd dat ze met me naar een winkel gaat. Ik denk dat ik een van die gebruiksvriendelijke smartphones ga kopen.
Niet te vet en zout eten
Ik let altijd goed op wat ik eet, niet te veel vet of zout voedsel maar veel groenten, zodat mijn bloeddruk en cholesterol niet te hoog oplopen. Ik let ook op mijn gewicht sinds ik thuis vastzit vanwege de coronamaatregelen. Vorige week heb ik een bloedtest gedaan en ik ben vandaag naar de kliniek geweest voor de uitslag. De dokter zei tegen mij: “De resultaten zijn niet verkeerd. Je werkt heel hard, nietwaar?” Ik vroeg de dokter ook hoeveel minuten ik zou moeten wandelen voor een goede oefening, en hij zei: “Nou, minstens 30 minuten.” Ik dacht dat het te warm zou zijn om zoveel te lopen, maar misschien kan ik het aan het einde van de middag proberen. Vandaag heb ik veel gewassen, twee ladingen wasgoed. Dat was echt vermoeiend.
Hou de moed erin
Wat zal ik zeggen? Zoiets als deze crisis heb ik nog nooit in mijn leven meegemaakt. En het is niet niks, op mijn leeftijd met dat coronavirus te maken krijgen. Dus om besmetting te voorkomen en deze crisis te doorstaan, moet ik mezelf eraan blijven herinneren om mentaal sterk te blijven. Dat heb ik me wel in mijn oren geknoopt. Het gaat mis als ik lui word en denk: “Als ik het krijg, dan krijg ik het maar.” Ik probeer ook de mensen om wie ik geef moed in te praten. Dat krijg je uiteindelijk ook terug, denk ik. Dus in plaats van alleen aan jezelf te denken, moeten we elkaar steunen. Sommige van mijn vrienden bellen me de hele tijd, en ik denk dat het ook belangrijk is om in gesprek te blijven met de mensen op mijn verdieping. Zoals: “Laten we binnenkort samen op stap gaan” en “Ja, laten we dat doen!” Het hoeft heus geen bijzonder gesprek te zijn. Het gaat er vooral om dat we elkaar helpen om de moed erin te houden.
Het verhaal van Emi is ingezonden door International Longevity Center (ILC) Japan – 国際長寿センター, lid van de ILC Global Alliance, een internationale federatie die onderzoek doet naar en zich sterk maakt voor de vitaliteit, maatschappelijke en economische positie van ouderen. ILC wordt in Nederland vertegenwoordigd door Leyden Academy.
To read Emi’s story in English, please click here.