We zouden er op onze afdeling wel drie mensen bij moeten hebben

Dennis* (30) uit Utrecht, werkt als verzorgende in een verzorgingstehuis

Race tegen de klok

Als verzorgende help ik ouderen die in het verzorgingstehuis wonen, waaronder ook ouderen met beginnende dementie, met de algemene dagelijkse levensbehoeften. Ik help de bewoners bij het opstaan, douchen, medicijngebruik en wondzorg. Ik werk aan het zorgleefplan en onderhoud de contacten met familie en de overige zorgverleners die betrokken zijn bij de bewoners. Mijn dagdienst start met het lezen van de overdracht vanuit de nachtdienst. Ik kijk op welke gang ik werk en maak daarna mijn dagplanning. Daarna begint mijn ronde langs de bewoners. Het is, helaas, bijna altijd een race tegen de klok om alle mensen te helpen. Dat is de laatste tijd nog erger geworden omdat er ook collega’s ziek zijn. Wij moeten nu met nog minder mensen hetzelfde of eigenlijk meer werk doen. Je doet wat je moet doen, maar meer zit er niet meer in.

Smachten naar aandacht

Het tekort aan personeel en de werkdruk is tijdens de coronatijd erger geworden. Het is een kwestie van de lijst afwerken, stampen en door. Er is geen tijd voor iets extra’s, ruimte voor menselijke aandacht, het praatje. Om alles naar behoren te kunnen doen zouden we er op onze afdeling wel drie mensen bij moeten hebben. Mensen zijn nu eenzamer en hebben nog meer behoefte aan een luisterend oor. Ik maak mensen mee die smachten naar aandacht. Mensen die alleen zijn en geen familie meer hebben. Soms ben ik echt de enige die in hun woonkamer komt. Ze vertrouwen mij hun levensverhaal toe, maar tijd om echt goed naar ze te luisteren is er niet. Sommigen mensen komen ook nooit buiten. Dat maakt me verdrietig en dat maakt dat het werk af en toe frustrerend en niet leuk is.

Veel bewoners overleden

De gevolgen van de corona zijn groot in het verzorgingstehuis. Personeelsleden zijn eerder ziek, waardoor de werkdruk hoger is. Maar erger is dat er veel bewoners ziek zijn geworden, daarvan is een deel overleden. Dat is in een heel snel tempo gegaan. Het was af en toe amper te beseffen. Ik kan me daar aardig van afsluiten, dat moet je ook kunnen om dit werk te kunnen doen. Vooral in de eerste golf was het allemaal erg vervelend. Bezoek was niet meer welkom waardoor de mensen nog eenzamer werden. De ouderen mochten niet meer naar de huiskamer of de dagbesteding en moesten op hun kamer blijven. De mensen hadden behoefte aan aandacht, die wij ze door het tijdgebrek niet konden geven. Je zag daardoor bewoners geestelijk achteruitgaan. Niet alle hulpverleners mochten nog komen waardoor de mensen niet meer de aandacht kregen die ze nodig hadden. Er kwam een opnamestop waardoor mensen, in afwachting van een plek, langer in een revalidatiecentrum moesten blijven.

Het lijden went

Daarnaast hebben wij ons, als personeel, ook bloot moeten stellen aan bewoners met corona. Het duurde lang voordat wij goed beschermd waren. Ondanks de volledige bescherming was de impact voor ons groot, het brengt spanning met zich mee. Elke dag acht uur lang een mondkapje op, ik moet zeggen dat ik dat echt heel vervelend vind. Het was naar om de mensen met corona te zien lijden. Sommige bewoners waren er erg slecht aan toe. Om bewoners op leeftijd, die vaak al van alles mankeren, zo benauwd te zien, dat was vreselijk. Ze zijn ziek, beroerd en benauwd en ze liggen voor je ogen te sterven. Je kunt ze dan alleen maar verplegen. Ik kan ermee omgaan, het klinkt raar, maar het gaat wennen. Het moet. Daarna ga je weer naar een andere bewoner om die te helpen.

Nog steeds eenzaam

Wij onderhielden nauw contact met de familie. Als het mijn eigen opa of oma betrof, had ik dat ook fijn gevonden. Ik weet wat ik voor ze kan doen, dat geeft vertrouwen. Het is fijn dat ik iets voor de bewoners kan betekenen. Het is fijner nu er twee personen op bezoek mogen komen. De activiteiten zijn weer deels opgestart, al gaat het anders. De bewoners zitten op grote afstand en komen daardoor moeilijk met elkaar in gesprek. Eenzaamheid speelt nog steeds een grote rol.

Loslaten

Wat ik doe om het werk los te laten? Thuis probeer ik veel leuke dingen te doen, al zijn de leuke dingen nu erg beperkt. Ik praat over mijn werk met familie of vrienden, al probeer ik het zoveel mogelijk los te laten. Gamen of een film kijken helpt mij daarbij.

Echt iets betekenen

Ondanks de drukke en hectische tijd houd ik van mijn werk. Doordat ik zorg kan verlenen kan ik ervoor zorgen dat iemand zich beter voelt. Zo kan ik echt iets voor iemand betekenen. Het is erg tof als deze waardering naar mij wordt uitgesproken. Het voelt goed als ik een compliment krijg als een bewoner prettig is geholpen, van de bewoner zelf of van de familie. Familie die aangeven dat ze de zorg met het volle vertrouwen aan mij overlaten. Je helpt namelijk niet alleen de bewoner maar een hele familie, dat maakt het werk waardevol. Ik hoop dat er meer mensen kiezen voor de zorg, zodat er meer tijd komt om te luisteren naar de bijzondere levensverhalen die de ouderen graag met ons willen delen.

Mannen in de zorg

Ja, er werken te weinig mannen in de zorg. Ik snap dat best, het is keihard werken voor een niet erg aantrekkelijk salaris. Ik denk dat dat één van de hoofdredenen is dat er minder mannen werken. Maar mannen zijn echt een belangrijke aanvulling in de zorg, ze vervullen een andere moraal in het team. Mannen denken anders. Bij mannen is het vaak minder praten, meer doen. De mannelijke bewoners vinden het ook vaak erg leuk. Eens een keer een ander gesprek, eindelijk eens over voetbal praten.

Met dank aan Bianca van der Linden-Snel voor het interview.

* Op verzoek van de geïnterviewde is zijn naam aangepast.