Tess (28) uit Amsterdam en haar Oma Annie (92) uit Utrecht
Buitenlands eten
Al twee maanden heb ik Oma niet meer gezien. Oma woont in Utrecht en ik in Amsterdam en ook al is dat niet ver weg, zag ik haar gewoonlijk één keer per maand. Dan bestelde ik wat te eten voor ons. Oma houdt van lekker eten en ook van, in haar woorden, “buitenlands”, maar ze is slecht ter been. Dus als zij niet zelf naar de Indiaas-, Chinees- of Mexicaans-Utrechtse restaurants kon gaan, dan bracht ik ze naar haar. Terwijl we aten spraken we over wat we die dag gedaan hadden, legde ik uit wat ‘paneer’ of een ‘bowl’ was en vertelde zij over vroeger, ook al zegt ze altijd dat ze daar niet van houdt. Daarna keken we nog het Journaal en De Wereld Draait Door, nam ik afscheid met dikke kussen en stapte ik op de bus en trein naar huis.
Lekkerbek
Nu spreek ik Oma één keer in de week over de telefoon. Als ik Oma bel, dan neemt ze altijd op met een achterdochtig “Hallo?” of “Met mevrouw Czerski.” Pas als ik zeg, “Hoi Oma, met Tess,” antwoordt ze blij: “Oh, Tess, hallo!” Oma zegt dat ze zich verveelt in deze onwerkelijke coronatijd, maar ook dat ze nog nooit zo verwend is geweest door haar omgeving. Mijn vader komt wekelijk langs – hij is de enige die binnen mag komen – en haar andere zonen en kleinkinderen die in Utrecht wonen, komen af en toe langs. Zij brengen boodschappen, die Oma telefonisch doorgeeft, en maken een praatje. Oma zittend op haar rollator bij de voordeur, de ander op de trap in de portiek. Mijn vader brengt al jaren tompouces mee van banketbakkerij Blommestein in Amsterdam of Oma krijgt iets van de visboer. Ze komt als lekkerbek dus wel aan haar trek.
Bingo van een afstand
Ook heeft Oma het getroffen met haar woning in Zuilen. Ze woont op 92-jarige leeftijd nog helemaal zelfstandig in een 55+-complex. Niet alleen heeft ze een fijn balkon, maar ook het ontmoetingscentrum blijft activiteiten organiseren voor de bewoners. Yoga, muziekoptredens en bingo worden nog steeds van een afstand georganiseerd. Zo komt Oma toch nog af en toe net voorbij haar voordeur.
Simpele dingen opeens moeilijk
Oma heeft dus geluk. Niet elke oudere heeft naasten die de mogelijkheid hebben om boodschappen te doen. Een op zichzelf wonende tachtigplusser moet zichzelf ook zien te vermaken en heeft niet altijd een recreatieteam tot zijn of haar beschikking. Dat zijn niet alleen problemen van nu, met dit virus dat simpele dingen opeens moeilijk maakt, maar voor veel ouderen al jaren realiteit. Ik vraag me af voor hoeveel mensen de tijden helemaal niet zo zijn veranderd.
Geen apps of beeldbellen
Hoewel voor mij de omslag groot is – van bijna elke dag afspraken buitenshuis tot vrijwel 24 uur per dag binnen – voel ik me niet eenzaam. Ongeveer alle apps waarmee ik samen met vrienden virtueel films kan kijken of mijn tweewekelijkse spelavond kan voortzetten, heb ik in gebruik. Mijn yogaschool geeft les via YouTube. Mijn ouders en ik dineren samen met videobellen. Zo graag zou ik Oma willen toevoegen aan dit rijtje, maar Oma heeft het nooit zo gehad op technologische ontwikkelingen na de televisie. De moderne mogelijkheden die ons nu zeker dichter bij elkaar brengen, zijn aan haar niet besteed. En vast ook niet aan veel andere ouderen. Dus het blijft bij een wekelijks telefoontje en brieven. Brieven die ze trouwens niet alleen van mij ontvangt, maar ook van betrokken Nederlanders die ouderen een hart onder de riem steken met geschreven kaarten. Wat een geluk heeft Oma toch.