Ik vraag me af of wij ons ook weer door de tweede golf heen kunnen lachen

Annelies (56) uit Leiden, alleenstaand, verpleegkundige in de thuiszorg

Eerste golf

Tijdens de eerste golf voelde ik mij overrompeld en bang. Overrompeld door het feit dat de stem van Rutte in mijn hoofd doordenderde met ‘blijf allemaal binnen’ en ‘houd afstand’ en het gegeven dat wij gewoon door moesten werken. Ik zie me nog rijden door de wijk tijdens de eerste persconferentie. In alle huiskamers waar ik die avond kwam, stond de tv aan met daarop Rutte die de maatregelen aankondigde. Ondertussen was ik daar, zonder kennis over dit virus, zonder bescherming en met net zoveel vragen zonder antwoorden als dat mijn cliënten die avond hadden. Er waren nog geen protocollen en richtlijnen, er was geen beschermende kleding. Wij moesten gewoon door. 

Bizarre situaties

In de eerste golf moesten we per direct ‘andere zorg’ gaan leveren. Onder andere door meer check momentjes per dag in te plannen en om vinger aan de pols te houden. Kinderen belden ons dan ook vaak om te vragen of wij hun ouders konden bezoeken, nu zij dat niet meer deden. Ook kwamen we in de eerste golf soms bizarre en schrijnende situaties tegen. Vaak van cliënten die niet meer naar de dagopvang konden. Zo is één van onze cliënten door de politie ’s nachts van haar fiets geplukt toen ze onderweg was naar haar ouderlijk huis. En we hadden een andere cliënt die stopte met eten en drinken omdat ze vond dat het leven geen zin meer had, nu buiten het grote gevaar loerde. Ze was ervan overtuigd dat ze het niet zou overleven. 

Mijn eigen vader

Wat ik ook moeilijk heb gevonden, is hoe ik om moest gaan met het bezoeken van mijn eigen vader. In mijn werk bezocht ik dagelijks een tiental ouderen, maar in mijn privéleven zou ik bij hem niet op bezoek mogen gaan. Ik ben dan ook wel eens boos geweest op sommige cliënten als zij zich niet aan de maatregelen hielden. Gelukkig heeft mijn vader snel zelf de beslissing genomen. Hij wilde liever wel bezoek van familie. Hij nam liever dat risico dan dat hij niemand meer over de vloer kreeg.

Fijne collega’s

Waar ik wel achter ben gekomen, is dat het heel belangrijk is om fijne collega’s te hebben. Vooral als je niet op bezoek kan bij vrienden en familie. Mijn collega’s hebben dezelfde humor en we hebben ons in feite door de eerste golf heen gelachen. Nog steeds hebben we de gemeenschappelijke ‘onzin-app’ waarin we niet-serieuze zaken delen. En ook de kappersmiddag op kantoor was een geslaagde actie. Toen een bekwame collega uitgerust met kapmantel en schaar een einde maakte aan onze corona coupes.

Tweede golf

Nu inmiddels in de tweede golf is het lang niet meer zo spannend als tijdens de eerste. We zijn goed uitgerust met beschermende materialen en het aan- en uitdoen van de beschermende kleding is een dagelijks ritueel aan het worden. Op kantoor vinden we het heel normaal om tijdens de overdracht allemaal met mondmaskers aan de tafel te zitten, waarbij de vijfde collega die niet meer aan tafel past ergens in de gang zit. Onze cliënten hebben ook hun routine gevonden in de maatregelen. De dagbestedingen zijn gedeeltelijk open en families hebben allen zo hun ritme gevonden in het bezoeken van hun oudere ouders. Ook draagt een deel van de cliënten nu zelf ook een mondmasker tijdens de zorgverlening.

Zieke collega’s

Ondanks dat ik me nu niet meer angstig voel door het virus, vraag ik me wel af hoe lang wij dit nog kunnen volhouden. Vooral nu het aantal besmettingen weer oploopt en hiermee ook het aantal zieke collega’s toeneemt. Bijna dagelijks kijk ik in spanning naar onze dienstlijst en vraag ik mij af hoe ik de cliënten en personeelsplanning weer kloppend krijg. Of dat ik na mijn dagdienst nog een stukje avonddienst moet werken. Ik vraag me af of wij ons ook weer door de tweede golf heen kunnen lachen.